hollandse rabarber

Rabarber is een echte seizoensgroente, maar zó lekker fris en zoet dat we de stengelgroente eigenlijk zien en gebruiken als fruit en in allerlei toetjes en baksels verpakken. Heel blij worden we van de eerste rabarber van de koude Hollandse grond. De jonge stengels zijn heel mals en hoef je niet te schillen. Is de rabarber wel al wat ouder, dan schil je de stugge draden eenvoudig met je dunschiller.

Trouwens, rabarber associëren we graag met onze eigen Hollandse keuken maar oorspronkelijk komt rabarber uit China!

roomkwark met rabarber

nagerecht (4 personen)

2 stengels rabarber
3 el suiker
200 ml slagroom
2 el suiker
150 g (biologische) volle kwark

Was de rabarber, snijd de stengels in stukken van 10 cm en vervolgens in de lengte in reepjes van gelijke dikte. Doe de rabarber met de suiker en 75 ml water in een steelpan en breng tegen de kook. Draai het vuur laag en stoof de rabarber zachtjes in 2-3 minuten tot de rabarber net zacht begint te worden. Schep de rabarber uit de pan en laat afkoelen. Kook het vocht in nog een paar minuten in tot siroopdikte. Laat de rabarbersiroop afkoelen en voeg de rabarber weer toe. Bewaar de rabarber in de siroop.
Klop de slagroom met de suiker bijna stijf. Voeg de kwark toe en klop nog 1-2 minuten. Schep de roomkwark en de rabarbersiroop afwisselend in 4 coupes of glazen. Roer een paar slagen met een lepel, zodat de siroop en roomkwark nonchalant mengen, en verdeel er de rabarber over.

Tip De friszoete rabarbersiroop is ook lekker in een aperitief met (mousserende) witte wijn en in verse muntthee.