Een ui is in bijna ieder gerecht wel een lekkere smaakmaker. Grote kans dus ook dat je het standaard in huis hebt. Maar, is dat de beste plek om uien te bewaren? En wat doe je bijvoorbeeld met restjes gesneden ui?
Gewone witte, gele of rode ui: het maakt niet uit wat voor soort je hebt. Gaat het om ongepelde uien, dan kun je die – net als sjalotjes – het beste op een koele, donkere, droge plek bewaren. Niet in de koelkast, maar wel in een kelder of voorraadkast.
Kies ervoor om de uien te bewaren in een netje of draadmand, dan kan frisse lucht er goed bij. Dit zorgt ervoor dat de groente minder snel gaat schimmelen of ontkiemen.
Sowieso is het slim om af en toe je voorraad te controleren op verdroogde, verkleurde of rotte uien. Zo voorkom je dat de andere – nog goede – uien worden aangetast.
Uien en aardappelen: een slechte match
Wat we hierboven adviseren voor uien, gaat natuurlijk ook op voor aardappelen. Let er daarom op dat in de kelder of voorraadkast uien en aardappelen niet strak naast elkaar liggen. De uien nemen het vocht op uit de aardappelen. Hierdoor gaan beiden eerder rotten.
Gesneden uien bewaren
Restjes gesneden ui kun je ongeveer een week in de koelkast bewaren. Als je wil, kun je de gesneden ui eventueel ook invriezen.
Bosui bewaren
Van bosui – ook wel lente-ui genoemd – heb je er vaak maar één of twee nodig terwijl je ze in de meeste supermarkten alleen per zes kan kopen. In tegenstelling tot ‘gewone’ uien bewaar je bosui wel in de koelkast in een bewaarbakje of de groentelade. Je kunt ze zo ongeveer een week bewaren.
Bron: Gezondheidsnet.nl
Lees ook: kun je uien met uitlopers nog eten?
