Tikje surinaams: pindasoep met knapperige paksoi, kruidige cashewnoten en pit van de sambal.
voor-, lunch- of hoofdgerecht (4 personen)
3 el (arachide)olie
1 teentje knoflook, fijngesneden
1 stuk van 2 cm gemberwortel, fijngesneden
1 ui, fijngesneden
1¼ l kippenbouillon (van 2 tabletten)
150 g pindakaas
2 el ketjap manis
sambal badjak of oelek
40 g cashewnoten (gezouten of ongezouten), gehalveerd
1 tl chili-olie
½ tl gemalen komijnzaad
1 kleine paksoi, in dunne reepjes
2 tl vissaus
Verhit 2 el van de olie in een soeppan en fruit hierin op laag vuur de knoflook, gemberwortel en ui ± 5 min. Voeg de bouillon, pindakaas en ketjap toe en breng de soep al roerend aan de kook. Laat de soep ± 5 min. zachtjes koken. Pureer de soep met de staafmixer glad en breng op smaak met zout, peper en sambal.
Rooster de cashewnoten in een droge koekenpan lichtbruin. Roer intussen in een kommetje de chili-olie, het komijnzaad en wat zout (alleen bij ongezouten noten) door elkaar en schep de warme noten erdoor.
Verhit de rest van de olie in de koekenpan en bak hierin de paksoi tot deze geslonken is en breng op smaak met de vissaus.
Schep de pindasoep in 4 borden, verdeel de paksoi erover en bestrooi met de gekruide cashewnoten. Lekker met donkerbruin stokbrood.
bereiden ± 30 min
p.p. ± 420 kcal/ 13 g koolhydraten / 35 g vet
Receptuur Katinka Huiskamp fotografie Sven Benjamins styling Jan Willem van Riel