Je kunt in plaats van makreel ook zalm nemen. Het moet een beetje vette vis zijn om op te kunnen boksen tegen de sterke smaken van de pittige saus.
hoofdgerecht (4 personen)
200 ml gevogeltefond (pot)
1 el oestersaus
2 el ketjap manis
1 bosuitje, in dunne ringetjes
1 el suiker
500 g makreelfilets met vel, grote filets gehalveerd
2-3 el rijstebloem (toko)
5 el arachide- of zonnebloemolie
2 sjalotjes, fijngesneden
1 el geraspte gemberwortel
1 teentje knoflook, geperst
2 rode pepers, zaadlijsten
verwijderd, in dunne reepjes
2 tl maïzena
2 el fijngesneden korianderblaadjes
Meng de fond, oestersaus, ketjap, bosui en suiker in een kom. Maak met een scherp mes in de velkant van de makreelfilets een aantal ondiepe, diagonale inkepingen, ± 3 cm van elkaar. Dep de visfilets droog met keukenpapier en bestrooi ze met zout, peper en rijstebloem.
Verhit de olie in een pan met antiaanbaklaag en bak hierin de visfilets ± 2 min. aan elke kant. Neem de filets voorzichtig uit de olie en houd ze warm onder aluminiumfolie.
Bak in dezelfde pan de sjalotjes, gember, knoflook en rode peper zachtjes ± 1 min. Voeg het fondmengsel toe en breng alles aan de kook. Los de maïzena op in 3 el water en roer dit door de saus, zodat deze licht bindt. Verdeel de visfilets over de borden en schep de saus erover. Bestrooi met de koriander. Lekker met witte rijst of noedels.
Bereiden ± 25 min.
p.p. ± 400 kcal/ 14 g koolhydraten/ 27 g vet
Receptuur en bereiding Eke Mariën Fotografie Eric van Lokven styling Laura Jongeneel