Niet alleen de smaak – licht, fris en knapperig – ook de bereidingstijd van groenten past zich naar het seizoen aan. Zo vragen winterbietjes meer tijd dan zomerbietjes, en kook je verse kapucijners in amper 2 minuten beetgaar. Je hebt gelijk, het doppen kost wat tijd maar ook dat doe je volgens het seizoen: buiten in de zon!
Geen excuus dus, om de malse velderwtjes – zoals jonge kapucijners ook wel worden genoemd – links te laten liggen.
Nú is het de tijd om je slag te slaan! Verse kapucijners vind je in ieder geval op de boerenmarkt, net als bij een goede groenteboer. En anders wil hij de paarse peulen vast voor je bestellen. Vragen bij de supermarkt wil ook wel eens helpen.
Dop de peulen door ze tussen duim en wijsvinger te nemen en ze op de naad open te drukken zodat ze openspringen. De kapucijners schuif je er vervolgens met je duim uit. Kook de kapucijners in weinig water met zout in een paar minuten beetgaar. Heel jonge kapucijners hebben zo’n 2 minuten nodig, voor iets grotere of stevigere exemplaren verleng je de kooktijd met een minuut, of twee. Proef of ze een lekkere beet hebben, giet ze af en maak ze aan met goede olijfolie en wat zeezout. Of spoel ze meteen koud voor een zomersalade, zoals deze met wilde rucola en oude kaas.
wilde rucola, kapucijners & oude kaas
lunchgerecht (4 personen)
500 g verse kapucijners
1 bosje wilde rucola
1 el witte balsamico-azijn
2-3 el olijfolie extra vierge
stuk oude boerenkaas van koe, geit of schaap
Dop de kapucijners en kook ze in weinig water met zout in ± 2 min. beetgaar. Giet de kapucijners af en spoel ze onder stromend water koud. Verdeel de rucola met de kapucijners over een platte schaal. Maak de salade aan met de azijn, de olijfolie en versgemalen zout en peper. Schaaf er royaal oude boerenkaas boven.
Bereiden ± 10 min.