In Mexico noemen ze het verdolagas, in de VS heet ’t purslane en hier kennen we het als… Postelein! Geen catchy naam, wél een groente die je absoluut op je lente- en zomermenu wilt zetten.
De groene, delicate bladgroente staat bekend om zijn sappige, knapperige textuur en licht zure smaak. Wat kun je allemaal met postelein? We vertellen het je!
Nog zo’n prettige, groene lentegroente: raapstelen!
Het seizoen van postelein
Postelein is zo’n beetje vanaf half maart tot half oktober verkrijgbaar bij je plaatselijke groente dealer en biologische winkel. Maar ook bij de supermarkt zie je de fragiele blaadjes steeds vaker liggen. Omdat de textuur zo zacht is, kun je postelein het beste kort verwarmen of rauw gebruiken, dan komt de groente het beste tot haar recht.
Rauw is het een goede aanvulling op salades en als je postelein liever verhit past het goed in soepen en stoofschotels. Ook wordt het soms gebruikt als garnering voor een subtiele crunch.
Vervang spinazie eens keer door postelein in dit recept: pasta met spinazie, mozzarella en citroenboter.
Zomerpostelein
Er zijn twee soorten postelein en dat kan een beetje verwarrend zijn. De meest gangbare soort is zomerpostelein en groeit vliegensvlug, maar verlept helaas even snel. Dat betekent zo spoedig mogelijk opeten na aankoop en niet te lang in de koelkast laten liggen. Bewaar de groente in een plastic zakje met wat vochtig keukenpapier erbij, om uitdroging te voorkomen en de blaadjes iets langer goed te houden.
De tweede soort is de wintervariant: deze blaadjes zijn geel en het blad is groter, bijna als veldsla. Hoewel de soorten veel gelijkenissen hebben, zijn het twee totaal verschillende planten.
Winterpostelein
Winterpostelein is fan van de koude, donkere dagen van het jaar: een nachtje vorst is geen probleem. Oorspronkelijk komt deze verfijnde groente uit het verre oosten en is waarschijnlijk door de Romeinen meegenomen naar Europa. Winterpostelein zit barstensvol vitamine C en mineralen en die kun je dan goed gebruiken.
Als je winterpostelein door laat groeien, verschijnen in het midden van het schotelvormige blad witte mini-bloemetjes: deze kun je ook eten! Het is een echte seizoensgroente die verdwijnt zodra de dagen warmer worden, dus wees er op tijd bij.
Mari Maris schrijft er het volgende over in haar kookboek ‘groenten’: “De zomervariant wordt al zeker tweeduizend jaar gegeten en stamt uit India, terwijl haar oorspronkelijk Noord-Amerikaanse nicht door zeerovers als Columbus uit Cuba werd meegenomen.”
Postelein kan ook worden ingemaakt, bijvoorbeeld met azijn, kruiden en specerijen. In dat geval was en droog je de postelein (nee, niet in de wasmachine, gewoon met de hand) om het vervolgens in een pot doen met azijn, water, suiker en kruiden naar keuze. Zo kun je heel makkelijk wat langer vasthouden aan de lente en zomer.
Postelein voorbereiden
Goede postelein heeft groene, stevige blaadjes. Zijn ze wat slap? Dompel ze dan onder in een bak met koud water: een frisse badder sessie van 30 minuten kan wonderen doen.
Net als bij spinazie, andijvie en andere bladgroenten, heeft ook postelein maar weinig tijd in de pan nodig. Voordat je begint met het bereiden van de postelein kun je het best even proeven of de stelen niet al te taai zijn.
Is dat je het geval? Ris dan de blaadjes eraf. De stelen kun je verwerken in een soep, pesto of saus. Dat geldt niet bij winterpostelein: daarvan kun je alle delen eten.
Omdat postelein net als spinazie flink slinkt, heb je een ruime portie nodig. Wanneer je het warm gaat bereiden is een vergiet vol verse blaadjes genoeg voor 1 persoon. In zijn rauwe vorm is een handje of 2 voldoende.
Koken met postelein
Lekker rauw: draai een bosje winterpostelein mee in een frisse groene smoothie met appel, gember en banaan of draai er pesto van met amandelen, oude kaas en olijfolie. Gebruik het in salades of op broodjes waar je anders waterkers, spinazie of veldsla zou gebruiken.
Voor warm gebruik kun je de postelein heel laten of grof hakken. Verwerk het in een curry, roerbak, soep of pasta. Ook kun je het combineren in een stamppot met een flinke lik mosterd, of smoor de blaadjes héél kort met een klont boter of scheutje olijfolie – 2 minuten is genoeg. Serveer op toast bijvoorbeeld bij een omelet met lekker veel boter.
Postelein kun je ook mooi combineren met andere lente-ingrediënten, zoals:
- Radijsjes – deze hebben een pittige smaak die goed aansluit op de frisse en licht zure smaak van postelein.
- Lente-ui – deze hebben een milde uiensmaak en geven een lekkere crunch aan de salade.
- Asperges – groene asperges hebben een licht bittere smaak die goed combineert met postelein. Gegrilde asperges zijn een heerlijke toevoeging aan een posteleinsalade.
- Erwten – zoete, verse (dop)erwtjes zijn een mooie tegenhanger van rauwe postelein.
- Tuinkruiden – pep je groene bordje nog meer op met een flinke bos peterselie, munt en basilicum. Postelein kan dat kruidige goed hebben
Er zijn nog wat trucs die je kunt inzetten om de smaak van de groene blaadjes te versterken. Dat doe je bijvoorbeeld met:
- Dressings – citroen- of limoendressing, een balsamico vinaigrette of een mosterddressing. Ook een romige dressing van bijvoorbeeld yoghurt, mayonaise of avocado kan lekker zijn.
- Noten – gehakte noten zoals walnoten, amandelen of hazelnoten kunnen toegevoegd worden voor een lekkere crunch en een extra smaakdimensie, maar denk ook aan delicate smaak van pistache!
- Fruit – een combinatie van postelein met fruit kan een subtiele zoet-zure smaak geven aan een gerecht. Probeer bijvoorbeeld postelein met stukjes mango, appel of granaatappelpitjes.
- Zuur – echt een fan van zuur? Stapel die smaak dan met bijvoorbeeld augurken, zilveruitjes of kappertjes.
Recepten met postelein
Zin in nog meer inspiratie? We hebben vier fijne recepten voor je uitgezocht waar postelein heel goed tot zijn recht komt!
Of verwerk de blaadjes eens hier in: Griekse spanakopita met feta en spinazie.