Een goede worstmaker worden? Meneer Wateetons leert je hoe!

Een goede worstmaker worden? Meneer Wateetons leert je hoe!

Van verse worst tot droge worst en van leverworst tot vegaworst: in Worstbijbel legt meneer Wateetons je uit hoe je thuis worstmaker wordt. Want volgens hem is dat alles behalve moeilijk. En om dat te bewijzen, nodigde hij ons uit voor een workshop worst maken. Dus: handen uit de mouwen. Lees vooral door tot het eind want wij mogen 3 exemplaren van De Worstbijbel weggeven!

worst

Schrijver, worstmaker, fermenteerder, roker (van vlees, natuurlijk), en ook een beetje een komiek: meneer Wateetons, of gewoon Joost, is een echte duizendpoot die zijn kennis vol passie en humor graag overbrengt op anderen. Dat doet hij door op hilarische wijze te bloggen over zijn experimenten in de keuken, maar ook met het geven van workshops. En daarvoor reizen wij af naar het platteland, net buiten Amsterdam Noord. Daar ligt Boergondineren, waar in een sfeervol ingerichte schuur de workshop plaatsvindt.

Stap 1: Gereedschap

 

Na een korte introductie begint meneer Wateetons met wat theorie. Zo leren we al snel dat we een vleesmolen gewoon op Marktplaats moeten kopen: “Daar kun je het gereedschap al voor een tientje op de kop tikken en zo’n molen gaat lang mee. Je kunt wel investeren in zo’n duur automatisch ding, maar dan wordt worst maken al snel een duur grapje. Niet doen dus.”

Stap 2: Malen

worst

Voor onze neus ligt een zak gevacumeerd varkensvlees met veel vet. Dat vet zorgt voor de structuur van het uiteindelijke product. ‘Goed voor je kransslagader’, grapt meneer Wateetons. ‘Maar éénderde van je worst bestaat uit vet. En vet is uiteindelijk ook smaak.’ Aan ons de taak om er dus gehakt van te maken. ‘Zorg er voor dat je molen goed is afgesteld. Je wil een soort vleesspaghetti als resultaat, geen vleespap.’ Je zou bijna je sportabonnement opzeggen, want al dat draaien staat bijna gelijk aan een work-out.

worstStap 3: Mengen

Worst maken is sport. Want ook na het malen van het vlees wordt onze kracht in de armen weer flink op de proef gesteld. ‘Het vlees moet goed gemengd worden met de specerijen. Dat doe je niet door lafjes te kneden zoals bij koekjesdeeg – sorry hè Rutger (bekend van de Bakbijbel en Heel Holland Bakt, red) – maar door al je opgekropte agressie van vandaag los te laten.’ Na het mengen moet je vlees plakkerig aanvoelen. Tijd om er worst van te maken!

worstStap 4: Vullen

Giechel de giechel in de schuur, want een varkensdarm over de vulhoorn trekken wekt associaties op. Die vulhoorn zou je volgens meneer Wateetons ook makkelijk kunnen vervangen door een simpele kitspuit. ‘Wel even goed schoonmaken natuurlijk, je wil geen chemische prut in je worst!’ Het gehakt gaat voor de laatste keer door de molen, en dan in de varkensdarm. Meneer Wateetons adviseert de worst niet te dik te maken, we moeten tenslotte nog worstjes draaien en dan rekt de darm uit. Bij een te dikke worst kan de darm knappen. En dat is zonde van je werk.

worstStap 5: Slingeren

Het moment suprême: de grote worst in kleine worstjes ‘slingeren’. Hoe we dat uit moeten leggen is lastig, maar de techniek is eigenlijk heel simpel. Je zou het kunnen vergelijken met het dichtmaken van een boterhamzakje: uiteindes vastpakken, opdraaien, knoopje erin en klaar!

Eerlijk is eerlijk: Meneer Wateetons heeft gelijk. Het is echt niet moeilijk om zelf worst te maken. Wil je het zelf eens proberen met hulp van meneer Wateetons? Op zijn site kun je je aanmelden voor zijn workshops.

 

worst

TEKST MAXIME PAULIS FOTOGRAFIE SIMONE VAN DEN BERG