kersenstrudel uit Hongarije

Laat de morellen uitlekken en vang de siroop op. Roer de maizena met 2-3 el van de kersensiroop tot een glad papje. Verwarm 250 ml van de rest van de kersensiroop in een steelpan op matig vuur tot het kookpunt. Klop het maizenapapje erdoor. Laat het in 3-4 min. binden. Voeg de kersen toe en laat de siroop nog 1-2 min. verder binden. Neem van het vuur en laat volledig afkoelen.

Klop in een kom de roomkaas, ricotta, 40 g van de poedersuiker, de vanille, citroenrasp en eidooier door elkaar. Meng in een andere kom de resterende 50 g poedersuiker met de kaneel.

Verwarm de oven voor op 180°C. Bekleed een bakplaat met bakpapier.

Spreid een vel filodeeg uit op je werkvlak. Bestrijk met gesmolten boter en bestrooi met wat kaneel- poedersuiker en amandelmeel. Stapel hierop 5 vellen filodeeg, die je ook telkens bestrijkt met boter en met kaneelpoedersuiker en gemalen amandelen bestrooit. Dek af met het 7e vel deeg. Houd het laatste vel apart voor eventuele reparaties.

Schep het roomkaasmengsel langs een lange kant van het deeg, op 5 cm vanaf de lange rand en op 3 cm vanaf de korte kant. Schep de helft van het kersenmengsel in een streep in de lengte ernaast. Je hebt misschien niet alles nodig.

Bestrijk het deeg met wat boter. Vouw de korte kanten van het deeg over de vulling naar binnen. Rol de strudel vanaf een lange kant op en zorg dat de vulling goed omsloten is. Bestrijk de uiteinden met nog wat boter. Gebruik eventueel het laatste vel deeg om reparaties uit te voeren. Bestrijk de strudel met de laatste boter.

Leg de strudel op de bakplaat en bak in 25-30 min. lichtbruin. Laat iets afkoelen, bestuif met poedersuiker en snijd in plakken. Geef de rest van het kersenmengsel erbij.