Nooit geweten wat het verschil is tussen een zoete banaan en een bakbanaan? Lees dan snel verder, want we vertellen je alles wat je moet weten over deze Zuid-Amerikaanse favoriet.
Ook lekker zoet en Zuid-Amerikaans: limoen eksi koekoe & ocho fashion
Wat is het?
De bakbanaan – ook wel kookbanaan of plantaan genoemd – is familie van de zoete banaan die wij zo uit het vuistje eten. Hij is meestal flink groter, minder krom en de schil is veel dikker. Je kunt ze in verschillende stadia van rijpheid in de winkel vinden, van groen en onrijp tot bijna zwart en superrijp.
Bakbananen groeien in de tropen, de grootste leveranciers zijn Zuid-Amerika en Afrika. Een standaardingrediënt in bijvoorbeeld de Surinaamse keuken.
Zwarte of groene schil?
Rauw zijn bakbananen niet te eten, ze smaken heel melig omdat ze meer zetmeel bevatten dan gewone bananen. De groene exemplaren zijn lastig te pellen, daarom snijd je ze eerst met een mes in de lengte open.
Spoel het witte, melkige sap dat vrijkomt af. Groene bakbananen worden vaak gebruikt in plaats van bijvoorbeeld rijst of aardappels. Als de schil bijna zwart is, is hij goed rijp en veel zachter en zoeter.
De smaak lijkt dan meer op die van de ons bekende gele banaan. Je kunt rijpe bakbananen bijvoorbeeld gebakken of gefrituurd eten als toetje of als zoet ingrediënt in een nagerecht doen.
Dit kun je nog meer met bakbanaan
• Snijd groene geschilde bakbanaan in dunne repen, schep ze om met olie en zout en bak er in de hete oven frietjes van.
• Rasp ze, breng op smaak met peper en zout en bak de groene bakbanaan in een klein laagje olie tot rösti-achtige koekjes.
• Maak de beroemde Surinaamse bakabana van rijpe, bijna zwarte bakbanaan: bak plakjes in wat boter aan beide kanten tot ze goudbruin en zacht zijn. Bestrooi eventueel met wat suiker en bedruppel met limoen.
• Voor een gefrituurde versie: snijd de rijpe bakbanaan in de lengte door, haal door een vloeibaar beslag van zelfrijzend bakmeel en 7-up of sprite, frituur goudbruin en serveer met vanille-ijs.