tartelettes met ‘abrikozeneitjes’

Doe de bloem, poedersuiker, het amandelmeel, de boter en een snufje zout in de kom van de keukenmachine en puls totdat het mengsel op fijn broodkruim lijkt. Of kneed het deeg met de hand en wrijf met je vingers van één hand de boter door het meelmengsel.

Voeg de helft van het losgeklopte ei toe en maak er m.b.v. de pulseknop snel een bal van. Voeg als het deeg iets te kleverig is wat bloem toe. Druk de deegbal tot een platte schijf en leg afgedekt ± 1 uur in de koelkast.

Kook intussen in een steelpan de abrikozen met 150 ml water, de suiker en 2 takjes rozemarijn zachtjes 25-30 min. met de deksel op de pan. Neem uit de pan en laat afkoelen.

Verwarm de oven voor op 185°C.

Kneed het deeg kort door en verdeel in 8 gelijke stukken. Vorm mooie ronde balletjes en druk ze plat tot schijven. Rol de deegschijven uit tussen 2 vellen bakpapier tot rondjes van 14 cm Ø en leg ze in de vormpjes. Druk de zijkanten licht aan. Prik de bodem in met een vork en bak de taartjes in het midden van de oven in 10-15 min. lichtbruin en gaar. Neem uit de oven en laat afkoelen.

Meng de hangop met de vanillesuiker en naar smaak evt. wat van de afgekoelde rozemarijnsiroop en vul er de vormpjes mee. Leg een abrikoos in het midden van elk taartje. Bedruppel met nog wat rozemarijnsiroop en versier met wat rozemarijn. Serveer direct.