Baklava met noten en sinaasappel-honingsiroop

Laat diepvriesfilodeeg van tevoren in de koelkast ontdooien (minimaal 6 uur, het deeg is dun en breekt snel als het niet helemaal ontdooid is). Leg het deeg, zodra je het uit de plastic verpakking hebt gehaald, tussen vochtige theedoeken. Het droogt namelijk heel snel uit en dat maakt het ook broos. Heb je wat over, bewaar het dan goed verpakt in plasticfolie in de koelkast (hooguit 5 dagen).

Gebruik een rechthoekige vorm, liefst een die net zo groot als de maat van je filodeegvellen (± 18×25 cm, bij mediterrane winkels zijn vaak vellen te koop die dubbel zo groot zijn). Of neem een iets kleinere vorm en snijd de vellen op de maat van je vorm bij. Leg het bijgesneden deeg direct weer tussen de vochtige theedoeken.

Verwarm de boter in een steelpan totdat het helemaal gesmolten is, maar nog niet bruin. Vet de vorm dun in met boter. Leg er een vel filodeeg in (dek de andere vellen steeds weer af met de vochtige doek), bestrijk deze met een kwastje met gesmolten boter en dek af met een tweede vel. Bestrijk weer met boter en ga zo door tot er vijf vellen in de vorm liggen.

Verdeel de vulling in twee delen. Verdeel een helft gelijkmatig over het filodeeg in de vorm. Doe dat voorzichtig zodat je de filolaag niet kapottrekt. Herhaal stap 3 en leg 5 met boter bestreken vellen deeg op de vulling. Verdeel hierover het tweede deel van de vulling. Dek tot slot af met de laatste 5 met boter bestreken vellen filodeeg en druk het geheel goed en gelijkmatig aan.

Snijd het deeg met de vulling tot op de bodem, met een scherp mes, over de lengte in twee stroken, elke strook in drie vierkanten en snijd vervolgens elk vierkant in twee driehoeken.

Giet, nadat de baklava gebakken en nog heet is, de afgekoelde siroop er gelijkmatig over uit en laat helemaal afkoelen. Het lijkt een grote hoeveelheid siroop, maar het meeste trekt in het gebak.

Breng voor de siroop de suiker en honing met het citroen- en sinaasappelsap, de citroenrasp en 50 ml water aan de kook. Laat de suiker oplossen en kook de siroop flink in, dit duurt ± 10-15 min. Voeg dan het oranjebloesemwater toe en laat de siroop afkoelen.

Verwarm de oven voor op 180̊C.

Rooster voor de vulling de noten op een bakplaat in 6-7 min. Goudbruin. Roer alle noten, de suiker, kaneel 2 el oranjebloesemwater en de gesmolten boter in een grote kom door elkaar.

Gebruik liefst een vorm die de maat heeft van het filodeeg dat je hebt gekocht. Is de vorm kleiner, snijd dan het filodeeg bij op die maat. Vet de vorm dun in met boter. Neem vijf vellen filodeeg en laat de rest tussen een vochtige theedoek liggen. Leg de vellen één voor één in de vorm en bestrijk elk vel royaal met gesmolten boter voor je er een volgend vel oplegt.

Verdeel de helft van de vulling goed over deze eerste stapel filovellen. Leg daarop een nieuwe laag van vijf met boter bestreken vellen filodeeg en verdeel de rest van de vulling er gelijkmatig over.

Dek af met de vijf laatste vellen met boter bestreken filodeeg en druk het geheel gelijkmatig en goed aan. Bestrooi met wat kaneel. Snijd het gebak met een scherp mes in kleine driehoeken.