Aardbeientaartjes

Zeef boven een kom de bloem, suiker en zout. Meng met de vingertoppen snel de boter en het ei erdoor, zodat een stevig deeg ontstaat. Wikkel het deeg in plasticfolie en leg het minimaal 1 uur in de koelkast om op te stijven.

Verwarm de oven voor op 175ºC. Verdeel het deeg in 6 gelijke stukken en druk het uit in de vormpjes. Prik met een vork gaatjes in de deegbodem en bedek het deeg met aluminiumfolie. Vul de vormpjes met de peulvruchten of speciale blindbakvulling en bak de taartbodems in het midden van de oven in ± 25 min. gaar. Verwijder de peulvruchten en folie en laat de taartjes afkoelen.

Schraap voor de vulling met een theelepel de zaadjes uit het vanillestokje. Breng de melk met het vanillestokje én de zaadjes tegen de kook aan en laat dit ± 15 min. op laag vuur trekken. Verwijder het vanillestokje.

Boen de citroen goed schoon en rasp de gele schil eraf. Klop in een kom de eierdooiers en de suiker met een garde tot een romige crème, die als een lint van de garde loopt.

Schenk de hete melk al roerend bij het dooiermengsel en schenk alles terug in de pan. Breng de crème op matig vuur tegen de kook aan en roer goed met een lepel over de bodem van de pan tot de crème begint te binden (niet laten koken!). Roer het citroenrasp erdoor.

Verdeel de crème over de taartbodems en strijk de bovenkant glad met de bolle kant van een natgemaakte lepel. Verhit de abrikozenjam in een pannetje en druk de warme jam door de fijne zeef. Bedek de crème met aardbeien en bestrijk ze met het kwastje met de gezeefde jam.