kookles 1: voorbereiden

Yes! Vakantie! Geen huiswerk, dus lekker veel tijd om te koken. Voor alle chefs in de dop geven wij de recepten om van jou een betere kok te maken. Neem de keuken over en geef je ouders een dagje vrij van dat vervelende kookwerk ;-). Maar eerst wat strenge regels! Koken is makkelijk en met onze tips zorg je dat het vlekkeloos verloopt.

De recepten die we de komende vier weken met je delen zijn bedoeld voor koks van ongeveer 10 tot 13 jaar. Het is belangrijk om het recept van tevoren goed te lezen. Zijn er dingen die je niet begrijpt? Vraag dan of een van je ouders (of andere volwassene) je helpt. Een goede voorbereiding is het halve werk.

checklist voordat je gaat koken

  1. Lees het recept dat je wilt maken eerst helemaal.
  2. Kijk of je alle ingrediënten voor het recept in huis hebt en zet ze klaar. Zet bederfelijke ingrediënten zoals zuivel, vlees of vis tot gebruik in de koelkast.
  3. Weeg de ingrediënten zorgvuldig met een weegschaal of maatbeker (voor vloeistoffen) en bereid ze eventueel voor. Maak ze schoon en hak of snijd ze zoals staat aangegeven.
  4. Zet alle kookspullen die je nodig hebt klaar, dan hoef je niets te zoeken als je aan het koken bent.

schoon, schoon, schoon!

Probeer zo opgeruimd te werken als je kunt, dat kookt echt het makkelijkst. Houd het aanrecht netjes, zet vuile vaat op een handige plek of was die tussendoor af en berg ‘m op. Was je handen vaak; veeg ze niet steeds aan dezelfde doek af.

Zorg dat je producten goed en lang genoeg verhit, vooral kip en vlees moeten echt goed gaar zijn zodat alle bacteriën worden gedood. Houd rauwe en gare ingrediënten apart van elkaar en gebruik keukengereedschap dat je hebt gebruikt niet ook voor iets anders: snijd bijvoorbeeld met het mes waarmee je groenten hebt gesneden, niet iets anders, maar was het eerst af. Dat geldt ook voor de snijplank.

be smart, be safe

Dat je met messen heel voorzichtig moet zijn, snap je wel. Doe snijwerk rustig en zorgvuldig en vraag een volwassene om het voor te doen of je te helpen als je het moeilijk of eng vindt. Gebruik een scherp mes. Het veiligst snijd je als je de punt van het mes zoveel mogelijk op de snijplank houdt en het mes op en neer beweegt. Buig de vingers van de hand waarmee je het ingrediënt vasthoudt, zodat je langs je knokkels snijdt en pas ook op je duim!

Ga je aan de slag met apparaten? Vraag dan eerst een volwassene om uitleg en vraag ook hoe je het apparaat weer schoon krijgt. Vraag zeker bij apparaten die gevaarlijk kunnen zijn, zoals een staafmixer of frituur pan, altijd of een volwassene je helpt.

overheerlijk uit de oven

Ovens zijn reuzehandig, maar de ene oven is de andere niet. De juiste temperatuur is bepalend voor het succes van je gerecht. De temperaturen die we in deze kookschool gebruiken gelden voor een gas- of elektrische oven. Heb je een oven met standen? Kijk dan in een basiskookboek of op internet op welke stand je de oven moet zetten. Heteluchtoven? Verlaag de temperatuur dan met 15% (200°C wordt dan 170°C). Meestal moet je de oven 10 minuten voorverwarmen. Kijk in de gebruiksaanwijzing of vraag het aan een volwassene. Vaak brandt er een lampje of hoor je een piepje zodra de oven op de juiste temperatuur is.

bereidingstijden

De bereidingstijden die een gerecht nodig heeft, kunnen afwijken van wat wij aangeven. Afhankelijk van je apparatuur en de ingrediënten zelf kan het bereiden korter of langer duren. Check dus goed of je gerechten gaar zijn. Hoe? Prik met een vork in groenten om te kijken of ze (beet)gaar zijn. Snijd in het dikste deel van kipfilets (of vis) om te zien of de kern goed gaar is. Steek bij kippenpoten of een hele kip een prikker in het dikste deel van de poot. Als het vocht dat eruit komt licht van kleur is en niet rood, is de kip gaar. En natuurlijk: proef! Zo weet je of iets gaar is en – ook niet onbelangrijk – lekker smaakt.

 

 

les 1: voorbereiden