Wie heeft bedacht dat je vlees op stokjes kunt rijgen – en tegenwoordig ook verrukkelijke groenten – is geniaal! Vrijwel ieder land heeft wel een variant van het ‘prik je eten op een stokje’ concept, en dat die stokjes niet altijd van hout hoeven zijn, bewijzen deze verse kruiden & specerijen.
Stokjes rozemarijn
Een takje rozemarijn, met de nadruk op takje, is lekker stevig waardoor je er prima stukjes vlees aan kunt rijgen. Vooral (gemarineerde) kip leent zich goed, aangezien het vlees zelf een mildere smaak heeft neemt het de heerlijke aroma’s van de rozemarijn op tijdens verhitting. Ook kleine tomaatjes, blokjes halloumi of paneer en garnalen zien er prachtig uit op een takje rozemarijn, en geuren zo lekker naar het warme zuiden.
Citroengras
Gebruik stengels citroengras voor je volgende barbecue en wow je gasten! Eigenlijk is dit stokje afgekeken uit Indonesië, om precies te zijn van het gerecht saté lilit. Lilit betekent ‘draaien’, je spiest het vlees namelijk niet aan het stokje, maar je wikkelt het vlees eromheen. Dat kan alleen als het vlees is fijngemalen tot gehakt – of vis, Vanja van der Leeden deelt in haar boek Indostok een recept voor een saté lilit van makreel. Het gehakt breng je vervolgens op smaak met typische Balinese smaken zoals kokosmelk, limoen en een bumbu met o.a. kemirinoten, gember en lombokpepers.
Ook in Vietnam vind je stokjes van citroengras, nem lụi huế, vernoemd naar Huế, een stad gelegen in centraal Vietnam. De originele versie van het recept bestaat uit een combinatie van varkensgehakt, varkensvet en varkenshuid dat wordt gemarineerd in een mengsel van suiker, vissaus (heel Vietnamees!), zwarte peper, knoflook en sjalot. Maar er zijn talloze variaties. Soms wordt er rundvlees gebruikt, terwijl anderen de voorkeur geven aan garnalen. Ook de specerijen wisselen. Ze voegen bijvoorbeeld graag een beetje gember toe, fijngehakte citroengrasstengels, superpittige bird’s eye chili’s en voor warmte een lekkere snuf Vietnamese cassia kaneel (die is wat aardser en voller dan de zoetere Ceylon kaneel uit Sri Lanka).
Verse laurier
Als je aan verse laurier kunt komen (die herken je aan de knalgroene, glanzende blaadjes), kun je deze net als rozemarijn – met een beetje behendigheid – gebruiken als stokje. Voor een makkelijkere versie, waarbij je wel de smaak hebt van de laurier, maar niet het gestuntel, plaats je de laurierblaadjes tussen het vlees in. Laurier smaakt een beetje naar dennenbos, naar frisse menthol en citrus. Tegelijkertijd proef je ergens in de verte warme tonen van kruidnagel en kaneel, dat maakt laurier heerlijk bij zalm, kip, worstjes en rundvlees.
Verrassende stokjes
Als je echt iets heel anders wil doen, en de kosten geen rol spelen (kaneelstokjes zijn vrij prijzig), kun je gekruid lamsgehakt kneden rondom een Ceylon kaneelstokje. Geef er een Marokkaanse draai aan met een snuf ras el hanout en voeg wat fijngesneden gedroogde abrikozen of vijgen toe.
Zoete stokjes
We snappen het als er geen suikerriet in je tuin groeit, ook bij ons niet, maar in Vietnam is het een heel gebruikelijk ingrediënt. Ze maken er chạo tôm mee: suikerriet-garnaal. De garnalen worden heel fijngehakt en gemengd met allerlei heerlijke aromatische smaakmakers en specerijen zoals citroengras, chili en uiteraard vissaus. Het beste deel van chạo tôm is dat je op het zoete suikerriet kunt kauwen zodra het stokje op is.
Foto: Unsplash
