In januari koken we met restjes. Dat is supereasy! Trek de koelkast open en vind een restje rijst, een half bosje andijvie of een bakje bonen. Wat je ook overhoudt tijdens het koken, er is altijd een manier om het het ‘lekker’ te verwerken.
Lees hier deel 1 van onze no waste-tips & tricks.
Rauwe bonen die meer dan een jaar oud zijn, worden bij het koken niet meer zacht. Gebruik ze als blinde vulling voor het bakken van taartbodems. Je kunt ze steeds opnieuw gebruiken.
Een restje rijst is prima voor een zoet ovenschoteltje met krenten en kokos. Klop 3 eieren met 125 g suiker dik en romig. Schep er 250 g gare rijst, 150 ml kokosmelk, een snuf zout, rasp van 1 citroen, 50 g krenten en 75 g geraspte kokos door. Doe het mengsel in een ingevette ovenschaal en bestrooi met geraspte kokos. Bak in 30-40 min. gaar in een warme oven van 175° C .
Rauwe bladgroenten als spinazie, waterkers, raapstelen, andijvie of sla over? Snijd het grof en schep het – met uitgebakken spekjes of geraspte kaas – rauw door stamppot. Of verwerk het in risotto; voeg vlak voor het einde van de kooktijd 150 g gehakte spinazie toe, daar krijg je prachtig groene risotto van!
Maak van overrijpe bananen een lekkere cake. Klop 240 g zachte boter en 200 g suiker in 10 min. tot een luchtige massa. Voeg beetje bij beetje 2 geklopte eieren toe en mix glad. Roer er 2 geprakte rijpe bananen door. Spatel er luchtig 125 g zelfrijzend bakmeel, 100 ml melk, 1 zakje vanillesuiker en 1/2 tl kaneel door en schep in een ingevette cakevorm (24 cm). Bak in een voorverwarmde oven in 50-60 min. gaar op 180°C. Laat 10 min. staan, neem uit de vorm en laat verder afkoelen. TIP: wil je de cake makkelijk uit de cakevorm krijgen? Bedenk de lange zijde van de vorm dan met een lange strook bakpapier. Laat het bakpapier iets over de rand hangen en gebruik het als ‘liftje’.