Je vlees op de juiste manier laten stoven, is een vak op zich. Zeker bij het aanbraden van het vlees wil je even opletten. Daarom delen wij onze stooftips, zodat dit nooit meer mislukt.
1. Let op de temperatuur van het vet en het vlees
Wil je draadjesvlees, runderwangen, hachee, curry of goulash met veel vlees maken? Braad dan het vlees eerst rondom bruin aan. Voor een korstje op het vlees heb je hitte nodig, heet vet dus in dit geval.
Voeg je teveel koud vlees ineens toe aan het hete vet, dan zakt de temperatuur van het vet drastisch, waardoor het vlees niet bruin wordt, maar gaat koken en vocht verliest. Goed opletten dus of het vet heet genoeg is, maar het mag niet verbranden.
2. Wacht tot je boter niet meer bruist
Moment suprême is als het schuim van de boter net is weggetrokken en niet meer bruist. Wacht je nu te lang met vlees toevoegen, dan verbrandt het vet. Zorg dat het vlees op kamertemperatuur is en maak de porties vlees die je per keer bakt niet groter dan 350-400 g.
Laat het vlees kort in de pan liggen en roer niet meteen, dan kan het even dichtschroeien en bruin worden. Pas tussentijds je warmtebron aan, als het vet alsnog dreigt te verbranden. Voeg evt. een scheutje olijfolie toe om het vet iets af te koelen. Neem het rondom bruin gebakken vlees uit de pan en bak de volgende porties.
3. Voeg extra olie toe om het vuur hoger te kunnen zetten
Voeg evt. nog wat boter en/of olie toe. Een combinatie van boter en olie is altijd fijn. Boter geeft een mooie bruining, maar verbrand snel, met extra olie kun je de temperatuur iets verhogen zonder dat het te snel verbrandt.
Zin om aan de slag te gaan? Bekijk dan onderstaande recepten!
FOTOGRAFIE CHRIS COURT