Stel je voor: je struint over een strand in een tropisch land en raakt aan de praat met een mede-toerist. Het gesprek gaat – hoe kan het ook anders – over eten. Zodra er wordt gevraagd naar de specialiteiten uit jouw land, antwoord je natuurlijk met Hollandse trots: poffertjes!
Wie krijgt er geen knikkende knieën van een portie poffertjes? Warme mini-pannenkoekjes bedolven onder sneeuwwitte poedersuiker en een klontje zacht smeltende boter. Kindereten waar geen volwassene tegenop kan!
Grote kans dat je poffertjes vooral buiten de deur eet, ergens op het terras, in de dierentuin, of misschien in de zomer op theaterfestival de Parade – waar je ze zelf mag bakken (tip!). Alleen je bent niet voor niks op deze pagina belandt: je wil zelf een poffertjes beslag maken en ze vervolgens tot in perfectie bakken.
Geen poffertjespan? Maak dan miniflensjes of gebruik een heel goed ingevette muffinvorm en zet die op de kookplaat of op een bakplaat op het gasfornuis. Deze lentepoffertjes zijn klaar in 30 minuten, zo makkelijk en ultralekker kan het!Als je zoals wij geen genoeg kunt krijgen van rabarber: 15 razendlekkere recepten met verse rabarber
naar receptRecept onder de loep: poffertjes beslag van Rudolph, Rutger & Janneke
We zijn benieuwd hoe onze culi-collega’s poffertjes beslag maken, dus hebben we drie poffertjes recepten naast elkaar gelegd. De eerste komt uit de Bijbel van de Nederlandse keuken van Janneke Vreugdenhil – want voor een oerhollands recept is dat de plek om te starten. Bovendien geeft Janneke ons het verhaal achter de poffertjes.
Wat blijkt: poffertjes waren er al in de zeventiende eeuw, waar ze in een klooster in Woerden werden gebakken als een soort hosties. Destijds werden ze ‘broedertjes’ genoemd. In de Volmaakte Hollandse Keukenmeid (1746) kun je het recept terugvinden. Ze waren in die tijd al geliefd als zoete snack op kermissen en jaarmarkten.
Recept nummer twee is van niemand minder dan Rutger bakt – onze gasthoofdredacteur deze maand, en een bakker die bekend staat om zijn feilloze receptuur, zo bakt onze artdirector zijn perfecte poffertjes elk jaar met Koningsdag. Tot slot pakken we het recept van Rudolph van Veen erbij, de enige kok in Nederland met zowel de titels Meesterkok als Meester patissier, reden genoeg om zijn poffertjesrecept een kans te geven.
Dit ingrediënt had je niet verwacht
Leg je de poffertjes recepten naast elkaar dan zijn de ingrediënten vrij identiek. Allemaal gebruiken ze een combinatie van boter en of olie, tarwebloem, suiker (hoewel dat bij Rudolph optioneel is), zout, eieren, melk en nu komt het: boekweitmeel!
Waarom voeg je boekweitmeel toe aan poffertjes beslag?
Het boekweitmeel is cruciaal voor de klassieke smaak en textuur van poffertjes. Het geeft ze een diepe, nootachtige, licht aardse smaak die poffertjes onderscheid van pannenkoeken. Daarnaast bevat boekweit geen gluten, in tegenstelling tot tarwebloem.
Dat betekent dat het poffertjes beslag iets minder elastisch wordt waardoor de poffertjes een minder veerkrachtige, iets kruimeligere textuur krijgen, maar juist daarvoor voelen ze luchtig en zacht in je mond. Kortom: de tarwebloem in het beslag zorgt voor de nodige binding en luchtigheid, terwijl boekweit de poffertjes body en bite geeft.
Drie poffertjes recepten naast elkaar
Als we kijken naar de verhoudingen van Janneke, Rudolph en Rutger zien we dat zowel Janneke als Rudolph kiezen voor gelijke delen tarwe en boekweit; zo krijg je meer traditionele, iets zwaardere en nootachtige poffertjes. Rutger gebruikt meer tarwebloem, terwijl Rudolph meer vocht toevoegt: dat geeft een dunner, soepeler beslag.
Poffers moeten oppoffen, dus iedereen gebruikt een rijsmiddel, maar dat verschilt wel van elkaar. Janneke volgt het meest traditionele poffertjesrecept en gebruikt gist, waardoor het beslag langzaam moet rijzen en je een diepe smaak krijgt. Rutger maakt een snelle versie zonder wachttijd, dat maakt de poffertjes luchtig en cake-achtig. Van Rudolph mag je kiezen tussen snel of klassiek.
Ook in de hoeveelheid vet zie je duidelijke verschillen. Jannekes poffertjes zijn vrij rijk, Rutger zit er tussenin en Rudolph gebruikt minder vet.
De perfecte ratio
Elke receptontwikkelaar is gek op tabellen, vooral bij bakrecepten wil je weten wat de juiste ratio is tussen de droge en natte ingrediënten, de hoeveelheid eieren en vet. Dus bij deze:
| Recept | Droog (bloem+boekweit) | Melk | Ei | Vet | Ratio-indruk |
|---|---|---|---|---|---|
| Janneke | 250 g | 350 ml | 1 | 75 g | rijk en stevig, Oud-Hollandse stijl |
| Rutger | 300 g | 450 ml | 2 | 40 g | luchtig en lichtzoet & lekker snel |
| Rudolph | 300 g | 450 ml | 2 | 25 g | luchtig en neutraal, flexibel recept |
Ons perfecte poffertjes recept
aantal 4 | zoet | feestelijk, weekend | hollands, nederlands | vegetarisch
Zonder poffertjespan geen poffertjes, dus op naar de kringloop of kookwinkel voor een exemplaar!
Ingrediënten
- 150 g patent tarwebloem
- 150 g boekweitmeel
- 1 el suiker
- ½ tl zout
- 5 g instant gist = 1 tl
- 2 eieren
- 400 ml lauwwarme melk
- 50 g boter, gesmolten (plus extra om in te vetten)
- Eventueel: een drupje vanille-extract of rasp van ½ citroen optioneel, voor aroma
- boter of plantaardige olie
- poedersuiker
Instructies
- Doe tarwebloem, boekweitmeel, suiker, zout en gist in een kom. Meng goed door elkaar.
- Klop de eieren los in een aparte kom met de lauwwarme melk. Giet dit geleidelijk bij de droge ingrediënten en klop tot een glad beslag.
- Roer de gesmolten boter (afgekoeld, niet heet!) door het beslag.
- Dek de kom af met een schone theedoek en laat 30–45 minuten rusten op kamertemperatuur, tot het beslag luchtig en iets dikker is geworden.
- Vet de poffertjespan in met boter of olie. Giet het beslag in een spuitfles of gebruik een lepel. Bak de poffertjes op middelhoog vuur tot de bovenkant droog begint te worden, draai om en bak nog 1–2 minuten goudbruin.
- Serveer warm, met een klontje boter en royaal poedersuiker.
Voedingswaarde
Ga je het proberen? Laat het ons weten.Mention @deliciousnederland of tag #deliciousnederland!
Lees ook: de 33 essentiële bakspullen die je ook écht gebruikt
