In je eigen keuken groeien binnen een paar dagen de heerlijkste mini-groenten. Kiemgroenten en microgroenten zijn niet alleen supermakkelijk om te kweken, maar ook nog eens gezond en verrassend lekker.
Wat zijn kiemgroenten en microgroenten?
Kiemgroenten (ook wel kiemen of ontkiemde zaden) en microgroenten zijn de jongste telgen uit de groentefamilie. Je zou kunnen zeggen: kiemen zijn de baby’s en microgroenten de peuters onder de groenten.
Bij kiemgroenten eet je het net ontkiemde zaadje in zijn geheel op – worteltje en al. Denk aan de knapperige taugé (mungboonscheuten) in een wokgerecht, of het frisgroene alfalfa-laagje op een broodje gezond. Microgroenten laat je een paar dagen langer groeien, meestal op een laagje aarde of in een bakje, tot er een mini-steeltje met twee piepkleine blaadjes verschijnt. Die oogst je door ze net boven de wortel af te knippen. Het resultaat? Mini-versies van bijvoorbeeld radijs, broccoli, of rode kool, vol kleur en smaak.
Waarom zo gezond én lekker?
Omdat ze nog vol groeikracht zitten, bevatten kiemgroenten en microgroenten een hoge concentratie aan voedingsstoffen. Ze worden niet voor niets “vitaminebommetjes” genoemd. In zo’n klein kiemplantje zitten volop vitamines, mineralen, vezels en antioxidanten. Bonus: je eet ze supervers, vaak direct na het oogsten, dus alle goede stoffen zijn maximaal behouden.
Maar behalve gezond zijn kiemen vooral erg smaakvol. De jonge plantjes hebben namelijk een geconcentreerde smaak: van pittig peperig (radijskiemen geven echt een kick) tot mild en nootachtig (denk aan zonnebloem- of broccolikiemen). Door die intense smaken tover je met een handje kiemen eenvoudig extra pit en karakter in allerlei gerechten.
Zelf kweken: makkelijker dan je denkt
Het leuke is: je hebt geen grote moestuin nodig om zelf te beginnen met kiemen. Een hoekje op je aanrecht of vensterbank volstaat. Met een speciaal kiemschaaltje – Dille & Kamille heeft bijvoorbeeld een mooi glazen exemplaar – of een schone glazen pot, plus wat water en zaadjes, kun je meteen aan de slag.
Het principe is simpel: verspreid wat kiemzaadjes op het rooster van de kiemschaal of in je pot (gebruik bij voorkeur zaden die bedoeld zijn om te kiemen; zo weet je zeker dat ze onbespoten zijn – zulke zaadjes vind je bij het tuincentrum of bijvoorbeeld bij Dille & Kamille). Voeg vervolgens water toe. In het geval van een glazen pot laat je de zaden eerst een paar uurtjes opzwellen in water en dek je de opening af met gaas of een dun doekje. Zorg dat de zaden vochtig blijven, maar niet verdrinken. Zet ze op een lichte plek bij kamertemperatuur. Spoel en ververs dagelijks even het water – zo blijven je kiemen fris en voorkom je schimmel.
En dan het leukste gedeelte: kijken hoe snel ze groeien! Afhankelijk van de soort zie je vaak binnen 3 tot 7 dagen resultaat. Voor je het weet heb je een frisgroen mini-tuintje dat klaar is om geoogst te worden. Knip of pluk de hoeveelheid die je nodig hebt, spoel ze nog even af, en hup: klaar voor gebruik in de keuken. (De rest kun je overigens nog een paar dagen in een afgesloten bakje in de koelkast bewaren, maar vers uit je eigen “kwekerij” is natuurlijk het allerlekkerst.)
Welke kiemgroenten kies je? Een paar favorieten
Eenmaal geoogst kun je met deze mini-groenten alle kanten op. Ze brengen niet alleen kleur en een leuke textuur, maar ook een flinke smaakboost aan uiteenlopende gerechten.
Tuinkers
Fris, pittig en een tikje peperachtig – tuinkers is de klassieker onder de kiemen. Heerlijk op een gekookt eitje, in een salade of als finishing touch op een soep.
Waterkers (cress)
Kruidig, licht peperig en met een vleugje mosterd. Waterkerskiemen zijn lekker in romige gerechten (zoals een aardappelpuree), op vis of in combinatie met citrus.
Mosterdkers
Klinkt heftig, smaakt verrassend vol en kruidig met een scherp randje. Fantastisch bij stevige smaken: probeer ‘m op een kaasplankje of bij een burger.
Broccolikiemen
Mild en nootachtig, met een zachte bite. Bevat veel sulforafaan, een gezonde antioxidant. Perfect in bowls, wraps of door een zomerse couscoussalade.
Rode radijskiemen
Knapperig met een stevige peperkick én een mooie paarse kleur. Geeft pit aan frisse gerechten – denk aan een boterham met hummus of een eenvoudige tomatensalade.
Alfalfa
Zacht, mild en nootachtig, met fijne sliertjes die het goed doen op broodjes. Klassiek op een broodje gezond of in combinatie met avocado of ei.
Zonnebloemkiemen
Groen en knapperig, met een lichte notensmaak. Heerlijk op warme gerechten of in een salade met bonen en citroen.
Erwtenkiemen
Smaakvol, fris en een tikkeltje zoet. Ze lijken een beetje op jonge sugarsnaps. Lekker als knapperige topping op Aziatische noedels of als frisse bite in een groene salade.
Geen geduld of ruimte voor een moestuin? Probeer dan dit mini-moestuinieren eens. Je wordt beloond met rijke smaken, een flinke dosis gezonde voedingsstoffen en een keuken die elke dag een stukje groener oogt. Waar wacht je nog op? Laat die zaadjes kiemen en ontdek hoe iets kleins zo groots kan smaken!
5x recepten met kiemgroenten
Bekijk ook: moestuin beginnen? Dit boek moet je hebben volgens Joris Bijdendijk