Op het eerste gezicht lijkt kardoen wat op een uit zijn krachten gegroeide struik bleekselderij. Kijk je beter, dan zie je dat de stevige bladeren meer weg hebben van zijn neef de artisjok.
De plant komt oorspronkelijk uit de landen rond de Middellandse Zee en is, net als de artisjok, familie van de distel. Kardoen zie je in Nederland niet snel in de groentewinkel, maar is wel een populaire moestuinplant.
Smaak & kleur
Van de kardoen eet je, anders dan van de artisjok, niet de bloemknoppen maar de dikke nerven uit het midden van de grote zilverkleurige bladeren. Maak kardoen schoon door het blad te verwijderen, de nerven te schillen en de stengel die overblijft in stukken te snijden en week ze in ruim water.
Eet rauw als je van stevig en fris-bitter houdt of kook de kardoen langzaam zacht en gaar. De smaak lijkt dan meer op die van artisjok.
Combineer méér
Noord-Italiaanse bagna cauda, de boterige warme ansjovisdip waar je gare kardoenstengels in dipt, is misschien wel het meest bekende gerecht met kardoen. Maar je kunt de stengels ook na het garen paneren, knapperig frituren en met een aïoli-dip serveren.
Ook in risotto of gratin met Parmezaanse kaas doet kardoen het heel goed. Of laat kardoen rustig meesudderen in een zomerstoof met kip en citroen.
Lees ook: te veel courgettes? 6 handige ideeën om ze te verwerken