kruisbessenvlaai uit Vlaaien van Roel Peeters

kruisbessenvlaai uit Vlaaien van Roel Peeters

Deze vlaai is alles wat je van een Limburgse klassieker verwacht: een knapperige bodem, romige vulling en dat heerlijke frisse zuurtje van kruisbessen. Eenvoud in zijn mooiste vorm.

De kruisbessenvlaai is één van de makkelijkste recepten uit Roel Peeters’ nieuwe kookboek Vlaaien, maar vergis je niet – eenvoudig betekent hier zeker niet saai. Met heldere instructies, slimme baktips en stap-voor-stap begeleiding tovert zelfs de beginnende bakker deze vlaai moeiteloos op tafel.

In Vlaaien deelt Roel zijn liefde voor Limburgse tradities, maar geeft hij er ook zijn eigen moderne draai aan. Van fruitig en fris tot rijk en romig – elk recept is een ode aan de ambachtelijke vlaai.

Dus, zin om zelf die oven op te stoken? Het is zo ver!

Vlaaien ligt nu al in de winkel! Maar je kan hem ook online bij bol.com bestellen of bij je favoriete boekhandel zoals Atheneum Boekhandel Scheltema.

Kruisbessenvlaai uit Vlaaien van Roel Peeters

aantal 1 | gebak, taart, zoet | feestelijk, weekend | limburgs |

Roels favoriet! Deze vlaai is alles wat je van een Limburgse klassieker verwacht: een knapperige bodem, romige vulling en dat heerlijke frisse zuurtje van kruisbessen.

Voorbereiding:3

Totale tijd:3

Kookgerei

  • vlaaipan ø 30 cm
  • smeerkwast
  • 2x bekken
  • deegkrabber
  • rolstok
  • steelpannetje
  • gebogen paletmes
  • vlaaiplankje
  • recht paletmes
  • vlaairekje of ovenrekje
  • planeetmenger met garde
  • spuitzak met kartelspuitje

Ingrediënten

Vanilleslagroom

  • 350 g slagroom, 100 g + 250 g
  • merg uit ½ vanillestokje
  • 45 g suiker

Deeg

  • 15 g bakkersgist
  • 75 g water
  • 10 g melkpoeder
  • 165 g bloem
  • 15 g basterdsuiker
  • 3 g zout
  • 65 g margarine

Vulling

  • 175 g suiker
  • 50 g koud bindmiddel 700 g kruisbessen op sap

Overig

  • margarine om de vlaaipan in te vetten

Instructies

  1. Breng minimaal 1 uur voor je met de rest begint voor de vanilleslagroom 100 gram slagroom aan de kook met het vanillemerg. Laat afkoelen en zet in de koelkast.
  2. Maak met de ingrediënten voor het deeg een gistdeeg zoals hieronder beschreven. Vorm het deeg tot een bol.
  3. Meng voor de vulling eerst de suiker goed met het koudbindmiddel. Voeg dan de kruisbessen met het sap toe.
  4. Smeer de vlaaivorm licht in met margarine.
  5. Rol het deeg uit tot een plak die iets groter is dan de vlaaipan en fonceer de vlaaipan ermee.
  6. Verdeel de vulling over de vlaai en strijk met een gebogen paletmes mooi uit.
  7. Laat de vlaai nog 30 minuten rijzen op de werkbank.
  8. Verwarm de oven voor op 220°C
  9. Rol met een rolstok het overtollige deeg van de vlaaipan af.
  10. Bak de vlaai in de voorverwarmde oven in 20-25 minuten goudbruin.
  11. Los de vlaai direct na het bakken en laat afkoelen op een vlaairooster.
  12. Klop voor de vanilleslagroom de vooraf getrokken vanilleslagroom op met de resterende slagroom en de suiker. Schep in een spuitzak.
  13. Spuit de vlaai op met de vanilleroom.

Basisrecept gistdeeg

  1. Een gistdeeg bereid je op een bijzondere manier. Je maakt namelijk eerst twee mengsels die je later weer bij elkaar doet om er één deeg van te maken. Je hoeft dan, omdat de grondstoffen in beide mengsels al door elkaar zitten, niet veel meer te kneden, Daardoor krijg je weinig glutenontwikkeling. Zo maak je een soepel deeg dat zich gemakkelijk uit laat rollen.
  2. Het eerste mengsel heet een zetsel en heeft als doel de gist actief te maken. Los hiervoor in een bekken de gist op in de melk en meng er dan iets meer dan de helft van de bloem door tot je een glad, slap deeg hebt. De melk mag hierbij gewoon koud uit de koelkast gebruikt worden.
  3. Maak nu het tweede mengsel. Meng op de werkbank de suiker, het zout en de margarine tot een homogene massa. Maak een bergje van de resterende bloem en leg daar de in 3-4 stukjes verdeelde gemengde margarine op. Neem de bloem en de margarinestukjes in beide handen, met de pinken tegen elkaar en de duimen gespreid. Wrijf je handen een keer op en neer om de grondstoffen te vermengen. Laat het geheel weer los en herhaal. Er ontstaan zo kruimeltjes. Je mag stoppen met kruimelen als de kruimels geel worden en je geen losse bloem meer ziet. De kruimels mogen best onregelmatig van vorm zijn. Het gaat hier om vermenging van grondstoffen en de kleur van de kruimels is daarvoor de beste indicator.
  4. Ondertussen is het zetsel ‘los’ gekomen; de gist is aan het werk. Je ziet de eerste bubbeltjes omhoog komen.
  5. Je gaat nu beide mengsels ‘door elkaar zetten’ tot een deeg. Haal het zetsel uit het bekken en leg het op de kruimels. Knijp met je handen de kruimels door het zetsel. Zo krijg je min of meer een deegbal, maar er zitten nog wel losse kruimeltjes en kleurverschillen in en het vlaaideeg moet uiteraard wel homogeen worden. Houd hiervoor het deeg met je niet-dominante hand als een bol vast. Druk met de muis van je dominante hand op de voorkant van de deegbol. Wrijf je hand in één lange haal over de werkbank door het deeg, weg van de bol. Zo wrijf je de kruimels en het zetsel door elkaar. Neem steeds een nieuw stukje deeg dat je over de werkbank wrijft totdat heel het deeg een keer gewreven is. Blijf dit herhalen tot je een homogeen deeg hebt, waar geen klontjes en kleurverschillen meer in zitten.

Voedingswaarde

Dit recept printen

Ga je het proberen? Laat het ons weten.Mention @deliciousnederland of tag #deliciousnederland!

Kijk ook eens: Kruisbessencompôte