Kaassoesjes

Zeef voor het deeg voor de soesjes de bloem met de cayennepeper en een snufje zout boven een groot vel bakpapier. Zet weg. Verwarm in een grote steelpan met dikke bodem op matig vuur de boter met 220 ml water tot de boter smelt en breng het mengsel dan flink aan de kook. Voeg in één keer het bloemmengsel toe, neem de pan van het vuur en roer krachtig met een pollepel tot het mengsel loskomt van de wand van de pan. Schraap het uit de pan op een bord. Dek af met plasticfolie en laat afkoelen.

Doe het bloem-botermengsel in een kom en voeg in drie gedeelten het ei toe en roer tot je een glad en glanzend mengsel krijgt. Doe het soezendeeg in de spuitzak.

Verwarm de oven voor op 200°C.

Bekleed drie bakplaten met bakpapier en spuit met voldoende tussenruimte deegbergjes van 3-4 cm hoog. Druk eventuele puntjes met een vochtige vinger plat en bak de soesjes ± 20 min. tot ze goudgeel en gerezen zijn. Pureer intussen alle ingrediënten voor de vulling tot een dik mengsel. Houd 2 el hiervan apart en doe de rest over in de spuitzak.

Neem de goudgele soesjes uit de oven en laat ze afkoelen. Prik met een metalen satépen een gaatje in de bodem en spuit elk soesje vol met ± 1 tl vulling. Zet de soesjes weer rechtop, bestrijk ze met de resterende 2 el vulling en rasp er wat parmezaanse kaas over. Bak de kaassoesjes nog 5-8 min. in de oven tot ze goudbruin zijn. Neem ze uit de oven, laat ze 2-3 min. rusten om de vulling iets af te laten koelen en serveer ze.