Chocoladesoufflé

Voorbereiden: kan een paar uur van tevoren.

Maak een roux: doe de boter in een steelpan, verwarm op middelhoog vuur, laat de boter uitbruisen zonder te laten kleuren, spatel de bloem door de warme boter. Verwarm de roux op laag vuur tot ze begint te bruisen, schenk dan de koude melk erbij en klop met een garde de klontjes eruit. Breng aan de kook op laag vuur, blijf voortdurend 30 min. roeren om de bloem te garen. Voeg dan de chocolade toe en roer tot het is opgelost. Spatel nu, een voor een, de 4 eierdooiers erdoor. Dek af en laat afkoelen tot kamertemperatuur.

Bereiden: zorg dat de chocolademassa op kamertemperatuur is. Vet de soufflévormpjes licht in met boter, strijk met een kwastje vanaf de bodem steeds in een rechte lijn naar boven. Bestrooi ze met fijne kristalsuiker. Zet de vormpjes in een diepe, platte ovenschaal en schenk er een laagje water van ongeveer 1 cm in.

Verwarm de oven voor op 190°C. Klop in een vetvrije kom met een mixer of garde de eiwitten bijna stijf. Voeg beetje bij beetje de suiker toe. Klop door tot de eiwitten zachte pieken vormen (maak ze niet té stijf want dan mengen ze niet goed met het chocolademengsel). Schep eenderde van het eiwit bij de chocolademassa en spatel het er voorzichtig door, spatel daarna de rest er door. Verdeel de soufflémassa over de vormpjes, zorg dat de rand schoon blijft. Bak de soufflés 18 min. op 190°C. Serveer met vanillesaus met bruine rum.