Cannelloni met wilde spinazie en ricottabechamel

Verwarm voor de cannelloni de oven voor op 200°C. Verhit voor de spinazie in een koekenpan 2 el olijfolie. Schep 2 tenen knoflook en de doperwten erdoor en bak 4 min. zachtjes. Hak intussen de spinazie grof. Voeg de spinazie in porties toe: laat de spinazie snel al omscheppend slinken en het vocht verdampen alvorens een volgende portie toe te voegen.

Verhit in een sauspan de laatste 2 el olijfolie. Voeg de bloem toe en bak 1 min. mee. Schenk langzaam en al kloppende met een garde de melk erbij. Klop tot een gladde en gebonden saus. Verwarm de saus 3 min. zachtjes. Roer de ricotta erdoor en breng op smaak met zout en peper.

Pureer de gepelde tomaten met vocht en de laatste teen knoflook met 100 ml warm water in een mengbeker en breng op smaak met zout en peper. Giet de tomatensaus in de ovenschaal. Halveer de lasagnebladen in de lengte. Verdeel de spinazie over de lasagnebladen en rol op tot rolletjes. Zet de rolletjes mini-cannelloni rechtop in de tomatensaus. Schep de ricottabechamel over de cannelloni. Bestrooi met de parmezaanse kaas. Dek de schaal af.

Bak de cannelloni in de voorverwarmde oven in 30-35 min. goudbruin en gaar. Haal na 20 min. het aluminiumfolie eraf, zodat er een korstje opkomt. Bestrooi met de peterselie en geschaafde parmezaanse kaas.