Op de redactie testen we bijna elke dinsdag recepten, en testen betekent proeven (lucky us!). Tijdens zo’n proeverij prikken we vorkjes van hetzelfde bord (scheelt afwas), halen gerust een vinger door de saus én dubbeldippen, soms zelfs driedubbel.
Moeten we ons nu schamen? Doorbreken we alle etiquettes, of valt het eigenlijk wel mee?
Wat is dubbeldippen?
Mocht je onder een steen hebben gelegen: dubbeldippen is het herhaaldelijk onderdompelen van een chipje – of stuk stokbrood, crudité enzovoorts – in dezelfde dipsaus nadat er al een hap van genomen is.
Of het nu hummus, salsa, guacamole of een andere saus is, dubbeldippen geeft je een tweede kans om van de dip te genieten. Soms is de ratio dip to chip ook beter de tweede keer (schrijft een geoefende dubbeldipper).
Nu zijn er dippers die netjes hun chipje of crudité een slag draaien zodat het gedeelte dat hun mond heeft aangeraakt niet nog een keer in de dip belandt. Maar laten we eerlijk zijn, als je op een feestje staat, denken weinig mensen na over sociaal wenselijk dipgedrag. En dus vieren de bacteriën ook feest!
De afgehapte pita wordt gerust nog een keer door de hummus gehaald, en ojee, zagen we datzelfde tortillachipje een tweede duik nemen in de guacamole? Mensen met smetvrees, sorry, we horen jullie denken: ‘ik raak nóóit meer een dip aan op een feestje!’ Maar is dubbeldippen echt zo erg?
De gezellige gewoonte met potentiële gevaren
Even op een rijtje, wat zijn de risico’s van dubbeldippen?
- Bacteriële overdracht: Elke keer dat een chipje opnieuw wordt gedoopt, bestaat er een risico op het overbrengen van bacteriën van de mond naar de dipsaus. Dit kan vooral zorgwekkend zijn in groepssituaties waar meerdere mensen dezelfde dip delen.
- Hygiëne: Hoewel het misschien verleidelijk is om keer op keer te dubbeldippen, kan het delen van dipsauzen zonder de juiste hygiënemaatregelen leiden tot verspreiding van ziektekiemen.
- Sociale etiquette: In sommige culturen en sociale kringen wordt dubbeldippen beschouwd als onbeleefd, vooral vanwege bovenstaande punten.
Wat onderzoek zegt
Een groep studenten aan de Clemson University in South Carolina is in de weer gegaan met wattenstaafjes en petrischaaltjes om te onderzoeken hoeveel bacteriën van een afgebeten chipje daadwerkelijk worden overgedragen op een dip. Ook zijn de effecten van omgevingsfactoren – zoals de overlevingskans van bacteriën op basis van het type dip – meegenomen in het onderzoek.
De onderzoekers begonnen met het vergelijken van gebeten versus ongebeten chipjes. De uitkomst: ze vonden ongeveer 1.000 meer bacteriën wanneer chipjes werden afgebeten voordat ze werden gedoopt.
Er was ook nog een verschil te zien tussen de dips onderling. Dikkere dips zoals een kaasdip of hummus bevatten veelal minder bacteriën dan een waterige dip zoals salsa (5x zoveel bacteriën). Dat heeft te maken met de viscositeit.
Een lage viscositeit betekent dat meer van de dip terugvalt in de kom in plaats van aan het chipje plakt. En tijdens die val neemt het de bacteriën mee uit de mond van de dubbeldipper. Yikes!
De zuurgraad van de salsa doodde echter meer bacteriën dan de geteste chocolade- of kaasdips. Waardoor je de onderlinge verschillen eigenlijk tegen elkaar kunt wegstrepen.
Is dubbeldippen iets om je zorgen over te maken?
Nou, ja en nee. Luchtweginfecties zoals de griep, covid en gewone verkoudheden verspreiden zich via speeksel. Deze kiemdruppeltjes zijn zeer verstuifbaar en verspreiden zich door hoesten of niezen, en kunnen neerdalen op deurknoppen, tafels en zelfs dips.
Dubbeldippen en public (thuis mag je lekker je gang gaan) is dus niet oké. Maar de kans dat je een besmettelijke ziekte oploopt van de dip is net zo groot als wanneer je een gesprek hebt met de dader.
Lees ook: is wit uitgeslagen chocolade – met een schimmelachtige waas – slecht voor je?