Misschien heb je hem al eens gespot in de schappen van de toko of bij een Latijns-Amerikaanse markt: de jicama, ook wel bekend als de ‘Mexicaanse aardappel’.
Deze knol met een lichtbruine, ruwe schil ziet er misschien niet zo heel bijzonder uit, maar onder die schil zit fris, sappig en knapperig vruchtvlees met een lichte, zoetige smaak.
Wat is jicama?
Jicama is een knolgewas dat zijn oorsprong vindt in Mexico en al eeuwenlang een vast ingrediënt is in de Mexicaanse keuken. Tegenwoordig wordt het ook in andere warme klimaten verbouwd en wint het langzaam aan populariteit in Westerse keukens.
De smaak is subtiel en lichtzoet, terwijl de textuur verrassend knapperig blijft, zelfs na bereiding. Dit maakt jicama perfect voor zowel hartige als zoete gerechten. Naast de heerlijke bite en frisse smaak, is het ook een supergezonde keuze.
Het bevat weinig calorieën (slechts 38 kcal per 100 gram), zit vol met vezels en is rijk aan vitamine C. Bovendien bevat jicama inuline, dit is een prebiotische vezel die goed is voor je darmen en je spijsvertering ondersteunt. Wij snappen wel dat deze knol steeds populairder wordt!
Hoe eet je jicama?
Jicama kun je zowel rauw als gekookt eten. In Mexico wordt jicama vaak geserveerd met chilipoeder, limoensap en zout, wat de natuurlijke zoetheid extra naar voren brengt. Maar je kunt er nog veel meer mee:
- Als frisse toevoeging in salades – Combineer jicama met avocado, mango en een pittige dressing.
- Als snack – Snijd in frietvorm en serveer met guacamole of hummus.
- In taco’s – Gebruik dunne plakjes jicama als frisse vervanger voor tortilla’s.
- Roerbakken of grillen – Jicama blijft stevig en voegt een lekkere crunch toe aan wokgerechten.
- Zoet experimenteren – Probeer jicama in desserts! Bijvoorbeeld geroosterd met kaneel en honing.
Lees meer: 2 slimme tips om bonen en kikkererwten uit blik snel zachter te maken