Kersen zijn als zonnestraaltjes deze zomer; schaars en kort. Het Hollandse kersenseizoen loopt al bijna op z’n eind, dus wees er snel bij…
Helderrood, zwartpuper of geel met een rode blos. Kersen zijn er in veel kleuren. Ze maken je handen zo heerlijk purper als je ze ontpit en je lippen ronduit paars, maar de smaak maakt alles weer goed.
Een zak kersen leegeten, liefst in een gaard of thuis lui in een tuinstoel op het balkon, is heerlijk. Maar ze combineren ook geweldig met vanille, aardbeien, limoenrasp, sinaasappel, kruidnagel, kardemom en natuurlijk chocolade. Of marineer ze in een likeur. Kirschwasser of limoncello bijvoorbeeld.
Kersenlikeur kun je trouwens ook zelf maken. Ga je dit weekend al aan de slag dan geniet je nu én later, bijvoorbeeld in november nog eens van de smaak van de zomer. En tegen die tijd ben je allang vergeten dat we nauwelijks echt zomer hebben gehad…
kersenlikeur
200 g stevige kersen
200 g witte kandijsuiker
1 kaneelpijpje
1 hele kruidnagel
½ sinaasappelschil
1 l brandewijn
Was de kersen, droog ze en ontpit ze. Dat kan eenvoudig met een kersenontpitter, maar je kun ze ook halveren en de pit er met een klein theelepeltje uitscheppen. Sla een paar schoongemaakt kersenpitten kapot. Doe deze samen met de kandij, de kersen, het kaneelpijpje en de kruidnagel in een inmaakpot van 1½ liter. Schenk hier de brandewijn op. De kersen moeten minimaal 2 cm onder de vloeistof staan.
Sluit de pot goed af en laat hem 6 tot 8 weken staan op een koele donkere plek. Schud de pot elke twee weken eventjes, zodat alle kandij oplost.
Zeef de likeur door een doek en giet hem in brandschone flessen. Laat de drank nog minimaal een maand in de fles verder op smaak komen.
RECEPTUUR WWW.VANGILSE.NL
FOTO JENNY WOODWARD (VIA FLICKR.COM)