Op de lente moeten we nog even wachten, en met de winter hebben we het op de redactie wel gehad (met onze neus zitten we al maanden in frisse voorjaars- en vrolijke zomerproducties!). Tijd voor knapperige en frispittige radijsjes. De eerste bossen van Hollandse bodem komen deze maand weer op de markt. Naast de bekende rode ronde knolletjes, zien we de laatste jaren de lange witpuntradijs steeds meer. De familie radijs is groot: rond of langwerpig, en er zijn naast rode ook rose, witte en zelfs paarse telgen. Ook de grotere en mildere rammenas, rettich en witte Japanse daikon behoren tot de radijsfamilie.
Let bij aankoop op de harde structuur en fris groene tint van het loof. Vers heeft radijs de knapperigste beet en meest frisse smaak. Was de radijsjes en snijd het loof en kleine worteltje af. Wil je de bos radijsjes bewaren, snijdt dan ook het loof tot 1 cm van de knolletjes en bewaar de bos in de koelkast.
Meestal snoepen we radijsjes als snack of bij de lunch vers uit het vuistje, lekker met (gerookt) zeezout om te dippen. Of we snijden de knolletjes in dunne plakjes voor op brood. Ook erg lekker vinden wij radijs in salades, beetgaar gewokt, geraspt in salsa’s en in blokjes in hartige taarten. Houd je niet zo van het peperige karakter? Kook de radijsjes dan even in ruim water met zout en spoel ze koud onder stromend water. Lekker met een milde yoghurtdip met verse kervel.
Radijs-fetasalade, bijgerecht voor 2-3 personen:
1 bosje radijs
½ citroen
2 el olijfolie extra vierge
1 el verse munt, fijngehakt
100 g feta (van geit of schaap)Maak de radijsjes schoon en rasp de knolletjes grof. Rasp de radijsjes grof. Boen de halve citroen schoon, rasp de gele schil en pers de vrucht uit. Doe de radijs met de citroenrasp in een schaal en verkruimel er de feta boven. Schep de salade om met de olijfolie en de munt en breng op smaak met citroensap, versgemalen zout en peper. Lekker bij couscous met lamsvlees.