Samen met psycholoog-onderzoeker Jutka Halberstadt schreef Jaap Seidell eind 2014 Het voedsellabyrint, een boek dat een nieuwe kijk geeft op de manieren waarop voedsel ons en onze samenleving gezonder kan maken. delicious. interviewde Jaap Seidell.
Jaap Seidell (57) is hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en geldt als dé voedingsexpert en overgewichtspecialist van Nederland. Hij vindt het belangrijk dat je als wetenschapper niet alleen betrokken bent bij onderzoek naar stofjes in reageerbuizen, maar ook onderzoek verbindt met de praktijk.
Wanneer is je fascinatie voor eten begonnen?
‘Dat was toevallig. Toen ik werd uitgeloot voor de studie Geneeskunde, ging ik als ‘parkeerstudie’ Voeding en Gezondheid doen in Wageningen. Interessant vond ik dat bij deze studie ook de psychosociale en biochemische kanten aan de orde kwamen; wat doet voedsel in je en wat betekent het voor je? Door de jaren heen werd ik nog meer gegrepen door het onderwerp en werd de wens om te weten waarom we eten wat we eten en welke keuzes we daarin maken nog groter.’
Binnenkort is het 1 januari, dé dag dat we massaal gaan lijnen…
‘Daar hebben we wel eens onderzoek naar gedaan. Veel van die goede voornemens zijn eind januari alweer verdwenen. Mensen hebben enorme verwachtingen, maar de plannen zijn meestal nogal vaag. Gedragsverandering krijg je alleen voor elkaar als je de dingen concreet maakt. Dus niet: ik ga minder eten en snoepen, maar ik ga nieuwe sportschoenen kopen en mijn werk anders indelen zodat ik ‘s morgens eerst een rondje kan hardlopen. Of: ik ga op de fiets naar het werk en anders koken…
Zet je sportschoenen voor de deur, leg je kleren vast klaar, zet je wekker. Pas beweging in je leefpatroon in, maak er concrete plannen voor. Ga sporten met een groepje. Dan heb je een stok achter de deur. Ook belangrijk is sociale steun. Spreek thuis en met je collega’s af dat je je leefstijl wilt veranderen en dat je de ander daarbij nodig hebt. Bij afvallen gaat het erom dat je je bestaande ongezonde gewoonten in nieuwe gezonde gewoonten verandert. Voor altijd!’
Ben je zelf wel eens afgevallen?
‘Voor een onderzoek lang geleden ben ik wel eens 12 kilo afvallen. Ik volgde een groepje proefpersonen dat meedeed aan een onderzoek naar de effecten van afvallen, maar dat steeds terugviel in de oude gewoontes. Ik kwam erachter dat afvallen heel moeilijk is, het heeft me geholpen in inzicht te krijgen in deze materie. Je lichaam en brein protesteren en je krijgt last van allerlei bijwerkingen.’
Werken diëten?
‘Iedereen kan afvallen en met elke methode. Van het brooddieet tot het Sonja Bakker-dieet. Maar uiteindelijk valt 85% weer terug in de oude ‘slechte’ gewoontes. Je volgt een tijdje een voorgeschreven dieet dat afwijkt van wat je normaal eet. Vaak is dit extreem voedsel, dingen die je anders nooit eet, of je moet het ontbijt overslaan, of bepaalde voedingsmiddelen weglaten. Eigenlijk moet je zeggen: ik heb bepaalde voedingsgewoonten en ik ga nu nieuwe voedingsgewoonten maken. Om dit laatste gaat het, plus een beweegplan. De meeste mensen denken: ik ga tijdelijk even iets anders doen. Dat is een valkuil. Ook onze omgeving verleidt ons voortdurend tot ongezond gedrag. We zijn impulsieve mensen en bezwijken nogal snel voor lekkere geuren en dingen die ons worden aangeboden. Zorg voor een interssant alternatief. Ga je naar een receptie waar ze alleen maar bitterballen serveren, die je niet ‘wilt’ eten, zorg dan voor een strategie. Neem wortels mee, zodat je ook iets te knabbelen hebt, anders ga je alsnog voor de bijl. Mensen met overgewicht hebben vaak een voorraadkast vol verleidingen. Zodra ze verdrietig zijn of wat dan ook gaat de bonbonsdoos leeg. Niet in huis halen, dus.’
Is eten ingewikkelder geworden de afgelopen vijftig jaar?
‘Het aantal voedingsmiddelen, plaatsen waar je voedsel kunt kopen en eetmomenten is enorm toegenomen. Je kunt eten kopen in de supermarkt, afhalen, thuis laten bezorgen of een restaurant bezoeken. Vroeger had je alleen ontbijt, lunch en avondeten. Op zaterdagavond kreeg je een schaaltje chips en een glaasje frisdrank en daar keek je de hele week naar uit. Kinderen van tegenwoordig drinken de hele dag door frisdrank en krijgen om de haverklap snoep en snacks aangeboden. Door het overstelpende aanbod is het veel moeilijker geworden om jezelf in de hand te houden. Dat is wel een van de oorzaken dat het overgewicht bij kinderen zo enorm is toegenomen. Fastfood is goedkoop. Voor een paar euro heb je al gauw 2000 calorieën te pakken. In mijn tijd was dat niet zo. We hadden geen geld en je kon niks kopen. Op de scholen van nu zijn automaten, op elke hoek van de straat krijg je wel eten aangeboden en op stations, tankstations, kassa’s en bioscopen idem. Overconsumptie wordt gepromoot, dat is in de afgelopen decennia enorm toegenomen. Ook de porties zijn groter geworden. Het komt allemaal door tegenstrijdige kennis. Vroeger had je de huishoudschool die meisjes leerde hoe je verstandig moest koken. Tegenwoordig moet je rekening houden met 40000 meningen. Je moet geen zuivel, suiker, vlees en koolhydraten eten, maar superfoods en die en die E-nummers moet je mijden… We krijgen de hele tijd tegenstrijdige informatie. We hebben een labyrinth gecreëerd van tegenstrijdigheden waardoor mensen zich constant afvragen: moet ik hier rechtsaf, linksaf, of toch rechtdoor? Heel complex. 1% van de kinderen eet maar groente. Geef ze gewoon spruitjes en boerenkool te eten, in plaats van superfoods.’
Heb je tips voor de overheid en voedingsindustrie?
‘De voedingsindustrie zal altijd zeggen: de mensen vragen erom, ze willen graag iets kant-en-klaars. Maar ze hebben wel de verantwoordelijkheid om minder zout, suiker en vet toe te voegen en de porties kleiner te maken. Mensen zouden het koken gewoon moeten inpassen in hun leven en vaker samen moeten eten. Vroeger besteedden we gemiddeld 1½ à 2 uur aan de maaltijd, nu is dat maar 22 minuten.’
Waarom is obesitas zo’n groot probleem?
‘Omdat er zoveel mensen obees zijn. De helft van de Nederlandse volwassenen is te zwaar. Van de kinderen is dat 1/3e deel. Dikke kinderen worden dikke volwassenen. Mensen met obesitas hebben een grotere kans op diabetes, hart- en vaatziekten, kanker en aandoeningen aan het bewegingsapparaat. Als mensen op 50-jarige leeftijd diabetes type 2 krijgen en ze worden 86, dan hebben ze meer dan dertig jaar dure zorg nodig, dat kost miljarden. In Nederland hebben 700.000 mensen diabetes type 2 en elk jaar komen daar 70.000 bij. Ook op wereldschaal is het een probleem. Nu is 30% van de wereldbevolking te zwaar. Alleen al in India hebben 45 miljoen mensen diabetes type 2 door alle leefstijlveranderingen. De voorspelling is dat dat er straks 70 miljoen zijn. Omdat de zorg er slecht is, krijg je straks voetamputaties, blindheid, invaliditeit. Grote drama’s op wereldschaal.’
Hoe kunnen we uit het moeras komen?
‘Door ons te realiseren wat voor rare samenleving we hebben gemaakt, dat we inactief zijn en veel te veel consumeren. We zouden ons moeten afvragen hoe we een gezonde leefstijl kunnen creëren binnen ons eigen domein. Want de omgeving is een belangrijke bepaler van ons gedrag. Als er voldoende veilige speelplekken zijn, gaan kinderen vanzelf buiten spelen en meer bewegen, als er overal waterpunten staan, gaan we vanzelf water drinken en als we kantoren bouwen zonder parkeerplaatsen, gaan we vanzelf lopend, fietsend of met het ov naar ons werk. Dit alles verandert het gedrag van de mensen geleidelijk de goede kant op. Ga lopend vergaderen, laat kinderen na elk schooluur even rennen. Je krijgt daardoor niet alleen betere vergaderingen en leerprestaties, maar het is ook leuk. En als het leuk is, ga je het vaker doen en dan wordt het een gewoonte.’
Jaap Seidell in 2015: Jaap Seidell is een van de oprichters van het virtuele Sarphati Instituut, een samenwerkingsverband tussen B&W Amsterdam, VU, UVA, Hoge School van Amsterdam, AMC en GGD met als doel: de stad gezonder maken. Hier wordt in januari een slinger aan gegeven. Ook is hij betrokken bij het educatieproject Voedselwijs. Met smaaklessen, kooklessen, schooltuinen en boerderijeducatie is het de bedoeling om kinderen weer aan de groenten te krijgen.
TEKST MARION DE BOER FOTOGRAFIE PETER VALCKX