In de zomer liggen ze weer torenhoog opgestapeld bij de supermarkt en de groenteboer. We eten ze graag op het strand, gepureerd in een zomersoepje of lekker klassiek in combinatie met rauwe ham. Meloenen, zomerfruit bij uitstek, worden in tropische streken verbouwd, maar groeien ook in Nederlandse kassen.
Er zijn verschillende soorten. De lichtgroene charentaismeloenen, waaronder ook de cantaloup valt, zijn de smaakvolste, met stevig oranje sappig vlees. Netmeloenen of galiameloenen hebben een lichtbruin of wit netwerk aan de buitenkant en lichtgroen, zoet vruchtvlees met veel sap. Honing of suikermeloenen hebben een gladde, gele schil en stevig, lichtgeel vruchtvlees. En de kleine donkergroene ogenmeloen heeft gele strepen en zoet, sappig vruchtvlees. Het rode vruchtvlees van de voor 95 procent uit water bestaande donkergroene, gladde watermeloen heeft een heel eigen smaak en textuur en heeft in tegenstelling tot de andere meloensoorten, zwarte pitten die overal in het vruchtvlees verspreid zitten.
5 x succesnummers
1. Serveer een schijf meloen met een plak rauwe ham als licht voorgerecht.
2. Meng stukken watermeloen, komkommerplakken, tomaat en fetablokjes met een dressing van citroensap, olijfolie en basilicumblaadjes.
3. Maak een frisse yoghurtdrank van gepureerde meloen en yoghurt.
4. Neem stukken watermeloen, cantaloup-, galia- en honingmeloen en marineer ze in wat whisky en gembersiroop. Serveer de salade met Griekse yoghurt gemengd met wat geslagen room, geraspte citroenschil en suiker.
5. Meloen is heerlijk in een zomerse bowl of om zelf ijs mee te maken.