Meera Sodha verloor haar liefde voor eten na een burn-out, maar door elke avond simpele maaltijden voor haar gezin te koken krabbelde ze langzaam weer op. Uiteindelijk bleek het de start van een kookboek: ‘Bij Meera aan tafel’.
Als ik Meera Sodha bel zit ze middenin een drukke (kook)week, met pumpkin carvings voor Halloween, de herfstvakantie van haar twee kinderen en het Indiase lichtjesfeest Diwali – Meera komt uit een Gujarati-Britse familie. ‘Voor Diwali maak ik de butter paneer dat is een gerecht wat je normaal gesproken in een pan bereidt, maar eigenlijk ook heel goed in de oven kunt maken. Met rijke ingrediënten zoals kaas, room en tomaten is het echt perfect als het kouder wordt.’
Maar vanavond mag het simpel: ‘Ik ben bang dat we restjes eten. Mijn man heeft gisteren een grote traybake met aubergine, kikkererwten en tomaten gemaakt uit het boek. Ik ben gek op dat gerecht omdat je het in de oven schuift en zelf op de bank kunt gaan Netflixen.’
In de intro van je boek schrijf je dat je je liefde voor eten en koken kwijt was – hoe herpakte je jezelf?
‘Ja, ik had dus eigenlijk al negen maanden niet gekookt, wat zoals je vast hebt gelezen in de inleiding, te maken had met een extreme burn-out. Het was zo erg dat ik niet uit bed wilde komen, laat staan wilde koken. En toen had ik een soort keerpunt waar Hugh, mijn man, die ook moeite had om ons gezin draaiende te houden, me vroeg om een maaltijd te bereiden. Het was zijn manier om te zeggen, ‘zorg voor me, hou van me, want ik worstel zelf ook’.
Ik maakte een Maleisische dal. Dat was het keerpunt. Als ik eraan denk voel ik nog steeds de energie door mijn lichaam stromen. Eindelijk genoot ik er weer van om te koken. Ik besloot het op te schrijven, en zo werd het oranje notitieboek een soort kanaal voor de dingen die ik gewoon echt leuk vond.
Ongeveer zes maanden nadat ik weer begonnen was met koken (die dal dus) begon het boekje zich te vullen en kreeg ik weer een gevoel van wie ik was. Want het ging niet alleen om het koken, ook het plannen gaf me veel plezier en zelfs ontspanning. Het liet me door al mijn kookboeken bladeren.
Meestal ben ik nieuwe recepten aan het bedenken voor werk, maar dat hoefde nu niet; het plannen van die maaltijden was echt iets voor mezelf, waar ik veel voldoening uithaalde. Op moeilijke momenten in je mentale gezondheid kan het simpelweg iets van A tot B brengen, van ingrediënten naar een maaltijd, een groot gevoel van prestatie geven. Én het koken bracht ons gezin weer samen, wat ook nieuw was.’
Wanneer wist je dat dit het begin van een nieuw kookboek was?
‘Toen ik begon met het opschrijven van deze recepten waren ze heel eenvoudig (ook die vind je terug in het boek). We hebben het hier over gebakken eieren op rijst, wat ik nog steeds heerlijk vind, of tomatenspaghetti – favoriet van mijn kinderen – maar dan wel met kimchi. Ik heb ook heel wat omeletten gebakken, zo troostrijk.
In het begin dacht ik zeker niet dat dit een boek kon worden, want wie heeft er nou een recept voor een omelet of gebakken ei met rijst nodig? Maar ik realiseerde me dat er een thema door deze recepten liep: ze gaven me grote vreugde, ze waren ongelooflijk simpel en bovendien ultiem comfortfood: de troost die ik in die tijd heel erg nodig had.
Het was niet zo dat ik direct het idee kreeg om mijn redacteur te bellen. Maar uiteindelijk dacht ik: ‘Nee, hier zit echt een soort superkracht in.’
Wat bedoel je daar precies mee, waarin zit een superkracht?
‘In de eenvoud. Op Instagram lijkt het soms of mensen alleen maar ingewikkelde gerechten maken, heel chique dingen, wat de drempel om mensen uit te nodigen – of überhaupt te koken – steeds groter maakt. Voor mijn burn-out had ik datzelfde gevoel; dat ik altijd iets bijzonders moest maken. Maar ik dacht: “Dit is echt onzin. Ik nodig mijn vrienden gewoon uit, zet een bak chips op tafel en stop iets in de oven.”
Was het proces van dit boek anders?
‘In mijn eerdere boeken, zoals Fresh India, maakte ik gerechten met één groente, dus moest je meerdere dingen tegelijk bereiden. Voor dat boek testte ik soms wel vijf recepten op een dag. Nu was dat anders: ik maakte één maaltijd per dag, of zelfs om de dag. In het begin was het soms maar één maaltijd per week.
Alles heeft deze keer echt heel langzaam moeten gaan en moest gebaseerd zijn op hoe ik me voelde. Ik heb het geluk om samen te werken met een begripvol team. Het toeval wil dat het allemaal vrouwen zijn, en ik denk dat dat misschien een rol speelt. We leven nu gelukkig in een wereld waar er meer begrip is voor wat een burn-out is, hoe het zich uit, en hoe het aanvoelt.
‘Je hebt gelijk dat er tegenwoordig veel haast is, en dat we vaak denken dat “nu” het moment is, maar je kunt jezelf niet pushen als het er niet is. Het is fijn om te weten dat mijn gezin me hierin steunt.’
Wat zijn je meest bijzondere herinneringen aan het maken van dit boek?
‘Bij het proeven van het bubble tea-ijs zei mijn dochter dat het smaakte zoals kikkerdril eruit ziet, vanwege de kauwbare bolletjes. Uiteindelijk heb ik minder herinneringen aan het eten zelf dan waar het me toe instaat stelt: echt deel uitmaken van mijn gezin en samen zijn.
Het klinkt misschien eenvoudig, maar dat is niet iets wat ik altijd heb kunnen doen. Toen ik nog voor The Guardian schreef maakte ik vaak gerechten die mijn kinderen niet eens konden eten. Ik kon een hele dag bezig zijn met het perfectioneren van bijvoorbeeld een limoenpickle, maar dan kwam mijn man thuis en moest hij pasta maken voor de kinderen omdat ze mijn eten niet konden eten.
Tijdens het maken van dit boek had ik juist momenten waarop ik iets simpels kookte zoals tofu-gebakken rijst – iets wat ik met mijn ogen dicht kan maken – waardoor ik tijd had om te luisteren naar wat mijn kinderen zeiden; over programma’s als Paw Patrol, wie er scheetjes liet in de wiskundeles, of andere gekke dingen die ze meemaakten.’
Over je kinderen gesproken, welke lessen zou je hen willen meegeven?
‘Dat eten leuk is, een genot, plezier brengt. Of je het nou eet of zelf kookt, dat is denk ik een van de mooiste cadeaus. Thuis voelde ik dat ook, ook al stuurde mijn moeder me vaak weg om huiswerk te maken. Maar het eten dat ze kookte, kwam voort uit vreugde en plezier.
Nu kook ik ook op die manier, met plezier, vreugde en joy als kern. Het maakt niet uit of het er niet mooi uitziet of niet geschikt is voor een chique diner. Het belangrijkste is dat we het delen, ervan genieten, en ervan houden.
En op kookniveau is mijn belangrijkste advies: proef je ingrediënten! Voor, tijdens en na het koken, zodat je smaken leert begrijpen en vrij kunt koken. Het maakt niet uit of het niet authentiek Koreaans of Indiaas is. Je kookt gewoon zoals je wilt, vanuit je eigen gevoel.’
5 favorieten van Meera Sodha
1. Favoriete condimenten?
Gochujang – een Koreaanse chilipasta die niet te intimiderend pittig is en zelfs een zoetje heeft. Ook fijn: je kunt er vanop aan. Waar de ene chili pittiger is dan de andere, hebben twee theelepels gochujang altijd hetzelfde effect, fantastisch! Ik snap daarom ook niet helemaal waarom India geen chilipasta’s heeft. En verder, kimchi, mango chutney van Geeta (voor onderstaand recept) sojasaus, kewpie en Thaise currypasta.
2. Restaurants waar we heen moeten in Londen?
‘I love so many’:
• Trullo – Italiaans
• Barshu – Szechuan
• C&R Café – Maleisisch / Chinees
• Sambal Shiok – Laksa
• X’iam Impression – biang biang noodles
• Rasa – fantastisch vega
3. Favorieten buiten de keuken?
Wassnijden, een techniek om sieraden te maken, en mijn yogalessen. Na mijn burnout plan ik mijn week om mijn twee yogalessen heen.
4. Favo warme drank?
Citroen-honing thee of chai; ik gebruik een familierecept van mijn moeder (staat in Made in India) – een hele gemberachtige thee met kaneel, zwarte peper en kardemom, echt superverwarmend. Om eerlijk te zijn, gebruik ik nog steeds de kant-en-klare potjes die ze voor mij en mijn man maakt. De luxere versie die ik zelf maak met losse thee bevat saffraan en veel kardemom. Koffie is een ander verhaal. Ik ben nogal kieskeurig; het moet een specifieke pour-over zijn
5. Wat was je laatste afhaalmaaltijd?
Het was een Chinese afhaalmaaltijd. Ik heb eerder genoemd dat we dol zijn op dat soort old-school Chinese afhaaleten. De hele familie houdt van die gebakken noedels met bamboe en taugé. En een soort Chinese curry. In smaak lijkt het het meest op een katsu-currysaus, maar dan een Chinese versie. Ik heb er een recept voor geschreven voor The Guardian.