Pimentón is dé smaakmaker in de Mediterrane keuken De sterke, warme geur ‘voert’ je mee naar een tapasbar langs de Spaanse costa. Pimentón, wij zijn verliefd op je. Maar waar kom je vandaan?
Pimentón kom je veel tegen in Mediterrane kookboeken, chorizo en het juninummer van delicious. Pimentón is het Spaanse woord voor paprika. Waarom noemen we het dan niet zo? Omdat de specerij haar wortels diep in de Spaanse historie vindt én echte pimentón daar gemaakt wordt.
Columbus ontdekte peper (familie van de paprika), toen hij voor het eerst naar de Nieuwe Wereld voer. Hij zocht naar Indië, naar de bron van peperkorrels (pimienta). Die trof hij daar niet, maar hij vond wel vurige pepers. Die noemde hij pimiento, waarvan pimentón afstamt.
Columbus bracht de pepers, samen met andere vruchten uit de Nieuwe Wereld, terug naar Spanje. Monniken gingen daarmee aan de slag en startten hun eigen plantage. De geestelijken van het Yuste-klooster in La Vera kwamen op het idee om de pepers te drogen. Daarna vermaalden ze het tot poeder. Dat poeder gebruikten ze uitbundig als smaakmaker en conserveermiddel.
Nadat Keizer Karel de Vijfde aftrad, genoot hij zijn pensioen in dat Yuste-klooster. Daar werd hij wildenthousiast van piementón en dat vertelde hij aan zijn zus: Koningin Mary van Hongarije. En zo werd het bekend als paprikapoeder, het Servisch-Kroatische woord voor peper.