Krakelingen uit het Nederlands Bakboek

Krakelingen uit het Nederlands Bakboek

Een kookboek tjokvol informatie en rijk met recepten; daar houden we van. Het Nederlands Bakboek mag niet ontbreken op de Nederlandse boekenplank. Want dat boek laat zien waar Nederland trots op mag zijn. Oké, de eetcultuur van stamppot en erwtensoep is weinig romantisch, maar wat denk je van allerhande bakkerskoekjes? En delicious. – als échte bakfan – heeft  hét recept voor krakelingen.

Gaitri Pagrach-Chandra observeerde vier jaar lang de Nederlandse bakcultuur. ‘Ik bezocht bakkerijen, sprak de bakkers, proefde allerlei baksels, speurde bibliotheken en musea af en dook elke tweedehandsboekwinkel in die ik maar tegenkwam.’ Resultaat: Windmills in My Oven. Dat boek is nu vertaald uit het Engels tot een 250 pagina’s  tellend handbakboek.

krakelingen

zoet (16 stuks)

250 g tarwebloem
1,5 tl instantgist
2 el kristalsuiker
ruim 1/2 tl zout
50 ml melk, handwarm
100 g boter, gesmolten
1 ei, losgeklopt
200 gr lichte basterdsuiker

Verwarm de oven voor op 200°C.

Doe de bloem, gist, kristalsuiker en het zout in een grote kom. Voeg de melk, boter en het ei toe en meng met een spatel de vochtige ingrediënten goed door de droge. Kneed het geheel met een sterke tafelmixer tot een zacht en soepel, niet-plakkerig deeg. Je kunt ook alles met de hand op een met bloem bestoven werkvlak of een siliconenmat tot een zacht en soepel deeg kneden. Maak een bal van het deeg en leg die weer in de kom. Dek de kom af met plasticfolie en zet hem op een warme plek tot het deeg bijna verdubbeld is in volume. Omdat dit een verrijkt deeg is, zal het rijzen iets langer duren dan bij gewoon brooddeeg.

Strooi ongeveer een derde van de basterdsuiker gelijkmatig over een schoon dienblad of schone bakplaat en doe de rest op een groot bord. Slag het deeg door en kneed het weer glad. Verdeel het in zestien gelijke porties en hussel deze door de suiker op het dienblad of de bakplaat. Leg alle gesuikerde deegstukjes aan één kant van het werkvlak. Neem een stukje deeg en rol het heen en weer op het schone werkvlak, zonder bloem, tot een slang van 30 cm. Wentel de slang grondig door de suiker op het bord, vouw hem dubbel en rol hem heen en weer tot hij opnieuw 30 cm meet. Wentel de slang nu door de suiker die op het dienblad of de bakplaat ligt en leg hem opzij. Hij moet in de suiker ‘zweten’: dit betekent dat een klein deel van suiker iets vochtig begint te worden. Herhaal deze instructie met de overgebleven stukjes deeg.

Maak van de zestien slangen één voor één lange, smalle krakelingen. Stop de uiteinden onder het deeg. Leg de krakelingen op de bakplaat. Druk ze vervolgens goed plat met je handpalmen. Dek de plaat losjes af met plasticfolie en laat het geheel op een warme plek staan tot de krakelingen bijna twee keer zo groot zijn. Bak ze donker goudbruin en houd er rekening mee dat het hard kan gaan als de suiker eenmaal begint te karamelliseren. Haal ze uit de oven en laat ze een paar minuten liggen op de bakplaat voordat je ze op een rooster legt om volledig af te koelen. Ze blijven bijna een week goed in een luchtdichte trommel.

Het Nederlands Bakboek. €29,95
ISBN 978 90 215 5260 6.
Kosmos Uitgevers.

Receptuur Gaitri Pagrach-Chandra, fotografie José van Riele, styling: Martine Steenstra