Flexkoken. Ik doe het met groot plezier en eigenlijk vanzelf. In mijn editorial van delicious. 09 schreef ik al: of je het nu doet voor je gezondheid, het dierenwelzijn, de variatie, het milieu, je portemonnee of een betere voedselverdeling, er zijn genoeg redenen om flexitariër te zijn, of te worden. Eigenlijk geldt alles wel voor mij. Waarbij variatie al zo’n drijfveer is dat de rest automatisch volgt.
Ik ga niet watertanden van een sappige ribeye en ik verlang nooit heftig naar een malse biefstuk. Ik ben meer van de perfecte gehaktbal, knapperig buikspek of krokante zalm. Ik ben een echte delicious.koker. Niet alleen omdat mij dat wel heel gemakkelijk aangereikt wordt, ook omdat ik daarin alles vind waar ik wél ontzettend zin in krijg.
Wel ben ik verslaafd geraakt aan het soort recepten en de aangereikte variatie in mijn eigen blad. Waar ik, met wat uitstapjes hier en daar, altijd weer terugkom. En dat maakt het ook heel overzichtelijk. Omdat mijn kookweken altijd verschillend zijn qua thuiskoken (want: ook veel uit eten) zoek ik in elk geval voor 3 dagen gerechten uit die ik heel graag wil eten. Recepten waarvan het water meteen in mijn mond loopt.
Bijvoorbeeld uit de laatste delicious. val ik meteen op de tarte tatin met prei van Matt Preston, de pompoensalade met peynir en ras-el-hanout-dressing van Jolanda van der Jagt, de gehaktkoekjes met chilisaus van Bill Granger, de chili-limoengarnalen met rodepepermayonaise van Katie Quinn Davies en de waterkers-peersalade met gebakken ricotta en walnoten. Dan heb ik al genoeg inspiratie voor die 3 dagen.
Bij het een zoek ik nog een salade of een recept van Kirsten Eckhardt, die mijn liefde voor mooie groentegrechten echt heeft aangewakkerd. Bij het ander nog een mooie soep, of een lekker dessert met hangop en vers fruit, of bijvoorbeeld de abrikozenjam met hazelnoten en rozenwater van Eke Mariën.
Daarbij ben ik niet zoveel bezig met hoe het zit met de benodigde eiwitten, vleesvervangers of wat al niet meer. Ik ben gewoon dol op mooie groentegerechten, linzen, quinoa en noten, met een lichte verslaving aan zoet. Ik doe het op gevoel, op lekker, met plezier en het seizoen mee en dat bevalt mij uitstekend.
Het lastige thuis is alleen dat ik een man heb die vindt dat een maaltijd zonder vlees geen maaltijd is. Gelukkig kiest hij dat vlees wel heel zorgvuldig uit en heeft hij zo zijn adresjes. Waarbij ik mij nu afvraag of dat een mannen/vrouwending is? Of vrouwen makkelijker flexitariër/vegetariër worden/zijn dan mannen?
Tekst: Makkie Mulder