delicious.friend Claire v/d Heuvel: ‘Wat ik zo aantrekkelijk vind aan flexitariër zijn? Niet alleen dat het gezonder voor je lijf, beter voor dieren en ook positief voor het milieu is, maar ook ruimte op je bord geeft. Ruimte die je kunt vullen met allerlei voedzame alternatieven. Groente weer terug in de hoofdrol, waar het hoort als je het mij vraagt.’
Opvullen dat gat!
Zodra je bewust minder vlees – en gevogelte en misschien ook vis of zuivel – gaat eten, ben je automatisch een flexitariër. Daar hoef je niets extra’s voor te doen. Bij mij is dat eigenlijk ook gewoon zo gegroeid. Vaak krijg ik de vraag: ‘ben jij helemaal vegetarisch of vegan?’ en bij het bloggen van recepten valt de afwezigheid van vlees absoluut op. Ik ben geen veganist en ook geen vegetariër, ik eet heel weinig vlees en kip, dat wel. En andere dierlijke producten zoals zuivel laat ik ook vaker staan. Sowieso kies ik per definitie voor bio. Uit hoop dat het dan met meer respect is geproduceerd en er minder hormonen en andere onnatuurlijke toevoegingen in zitten.
En ik voel me er simpelweg beter bij. Maar ik vul het gat dat ontstaat wel met aandacht op: volwaardige eiwitten, super foods en veel, heel veel (groene) groenten. Je lijf heeft een uitgebalanceerd voedingspatroon nodig om gezond, sterk, fit en energiek te blijven. Tijdens delicious. goes flexitarisch (dé delicious.flexweek is van 2 t/m 8 september, red.) sta ik in iedere blog stil bij een manier om ‘het gat’ te vullen en je maal volwaardig te houden. Om te beginnen met mijn favoriete Bluebelle Foodworks motto: green up! Voeg daar waar kan groenten toe tijdens de hele dag. Dus niet alleen bij het avondeten een paar sperziebonen of een stronkje broccoli, nee: ontbijt, lunch, snack én diner.
3 x makkelijk meer groente
1. Ga voor GROENE groenten! En dan bedoelen we écht groen: kool, spinazie, broccoli, peulen, sla. Natuurlijk zijn alle groenten welkom, ook gele paprika, paarse aubergine en rode biet, maar groene groenten (vooral de bladsoorten) zitten vol hoogwaardige voedingsstoffen. Wist je bijvoorbeeld dat er in groene groente als boerenkool meer calcium zit dan in melk?
- Start je dag wat vaker met een groene smoothie. Handig, want dan heb je de winst al binnen en hoef je er de rest van de dag minder naar om te kijken.
- Voeg tijdens de lunch altijd iets groens toe. Hoe klein ook. Kies als het kan voor een goed gevulde verse soep of salade. Of doe minimaal wat blaadjes sla of plakjes komkommer op die boterham.
- Varieer met bereidingen. Geen zin meer in gekookte broccoli? Maak een ovengerecht, pureer tot soep of voeg het rauw of geroerbakt toe aan je salade.
- Take away diner? Ook daar kan een green up-sausje overheen! Een groene salade bij pizza of frietjes is zo gemaakt.
2. Maak minimaal 50% van je bord GROEN. Het liefst met meerdere soorten groente. Dit geldt vooral voor je hoofdmaaltijd. Maak er een gewoonte van om groente niet langer het bijgerecht te laten zijn, maak het tot hoofdmaaltijd. Met daaromheen je andere componenten. En kies voor meerdere soorten per maaltijd. Dat is misschien wat extra werk maar een ovenschaal is snel gevuld met een mix aan groenten, wat goede olie, zeezout en knoflook.
3. Elke stap is er één. Als je elke dag 1 verandering maakt, is je eetpatroon voor je het weet ongemerkt een stuk groener geworden. Denk ook aan tussendoortjes; een halve avocado met olie en zeezout in plaats van instantsoep om vier uur, rauwkost met dip in plaats van chips of zoutjes bij de borrel.
Mijn volgende blog gaat over de kleine volwaardige eiwitkrachtbronnen: chia- en hennepzaden. Een must voor elke flexitariër. Voor nu, enjoy & green up!