De lekkerste soep begint bij een zelfgemaakte bouillon. Bouillon is dé smaakgever in vele sauzen en gerechten. Bij het maken ervan heb je niet veel nodig. De basis is altijd hetzelfde: groenten + water + vis of schaaldieren of vlees (gevogelte, wild, lams-, runder- of kalfsvlees) + tijd.
Pak je uit met een flink menu? Serveer dan runderbouillon als licht tussengerecht. Breng de bouillon van te voren op smaak met peper en zout en verse fijngehakte tuinkruiden.
basisrecept (voor ± 2½ liter)
1½ kg runderschenkels
3 uien, gepeld, in grove stukken
1 winterwortel, geschild, in grove stukken
1 kleine prei, in grove stukken
½ knolselderij, geschild, in grove stukken
15 peterseliestelen
4 tenen knoflook, gepeld
3 laurierblaadjes
20 peperkorrels
Spoel de runderschenkels onder koud stromend water. Doe ze in een ruime soeppan en schenk er 4 l koud water bij. Breng aan de kook, laat 2 uur op laag vuur zachtjes koken en schuim met een pollepel regelmatig het schuim af.
Voeg de groente, peterselie, knoflook, laurier en peperkorrels toe, breng aan de kook en laat nog 2 uur zachtjes koken.
Schenk de bouillon door een zeef over in een andere pan. Pluk het vlees van de runderschenkels. Snijd het in kleine stukjes en voeg toe aan de runderbouillon.
Bereiden ± 25 min. / trekken ± 4 uur.
RECEPT YOLANDA VAN DER JAGT BEREIDING JACQUELINE PIETROWSKI FOTOGRAFIE ERIC VAN LOKVEN STYLING JAN-WILLEM VAN RIEL