italiaans ABC
Wij krijgen NOOIT genoeg van Italië! Dus stelde culi-redacteur Merijn dit Italiaans eetwoordenboek met 30 delizioso woorden samen!
A
Arrosto ≈ letterlijk: gebraad, zoals arrosto
di manzo (rund) of maiale (varken).
Arrabbiata ≈ een pittige tomatensaus met knoflook en chilipepers; arrabbiata betekent letterlijk ’boos’!
Amatriciana ≈ een tomatensaus met
wangspek en pecorino uit Rome.
Agnolotti ≈ kleine gevulde pasta uit
Piemonte, gegeten in een bouillon met boter of met boter en salie.
Arborio ≈ een korte korrelrijst, geschikt voor risotto, genoemd naar het dorp Arborio in de Po-vallei.
B
Bollito misto ≈ rund-, kalfsvlees, cotechino (gekookte worst) en gevogelte gekookt
in aromatische bouillon, geserveerd
met salsa verde, grof zout, mostarda en
mierikswortel – uit Noord-Italië.
Brutti ma buoni – ongelooflijk lekkere koekjes van eiwit, amandel, hazelnoot
en suiker uit Lombardije.
Budino ≈ Italiaanse (brood)pudding.
Bruschetta ≈ geroosterd brood met knoflook en olijfolie. Klassiek met tomaat en
basilicum, maar ook ander beleg.
Burrata ≈ uit Puglia: een goddelijk zachte mozzarella gevuld met room. Zo vers mogelijk eten!
C
Carbonara ≈ saus van ei, pecorino, pancetta (buikspek) en gianciale (wangspek) uit Lazio. Er zit traditioneel geen room in een carbonara!
Crostata ≈ korstdeegtaart met een vulling, zoals een crostata met appel en amandel.
Crostini ≈ kleiner dan bruschetta, gegrild brood met verschillend beleg.
Culatello di Zibello ≈ bijzondere ham
uit Parma, 16-18 maanden gerijpt in het speciale microklimaat uit de streek.
Cime di rape ≈ ook wel broccoli rape of rapini genoemd: eigenlijk het blad van een broccolisoort zonder grote ‘bloem’, vooral gebruikt in de Zuid-Italiaanse keuken: orecchiette (zie hieronder) met cime di rape.
Cannoli ≈ gefrituurd koekje in de vorm van een rol, gevuld met gezoete ricotta, van Sicilië.
Carnaroli ≈ een korte korrelrijst, een van de beste rijstsoorten voor risotto, ook wel de koning van de rijst genoemd.
F
Fritatta ≈ Italiaanse omelet waarin restjes groente, kaas, pasta en kruiden worden gebruikt: een geweldige uitvinding uit de arme keuken: cucina povera.
N
Norma ≈ pastasaus van Sicilië van tomaat, aubergine, ricotta salata (geperste, gedroogde, gezouten ricotta) en basilicum.
M
Minestra ≈ betekent letterlijk soep, minestrone betekent ‘grote’ soep van bouillon met groente, bonen en rijst of pasta.
O
Orecchiette ≈ letterlijk ’oortjes’, pasta uit Puglia en Basilicata.
P
Panzanella ≈ gerecht van oud brood, tomaat, basilicum en rode ui uit centraal-Italië; Toscane, Umbrië, Lazio en de Marken.
Porchetta ≈ een heel varken, ontbeend en gevuld met een vulling van venkel, knoflook, rozemarijn en andere (wilde) kruiden, geroosterd aan het spit op houtskool. Vaak gegeten op een broodje.
Puttanesca ≈ Napolitaanse saus van tomaten met olijfolie, olijven, gezouten kappertjes, oregano en knoflook, voor bij spaghetti.
Puntarelle ≈ ook wel Catalaanse andijvie of asperge-andijvie genoemd: een winter andijvie met lange bladeren en asperge-achtige stengels met licht bittere smaak.
R
Ribollita ≈ stevige Toscaanse soep met aardappel, oud brood, bonen, cavolo nero (palmkool), wortel, tomaat en selderij.
S
Scamorza ≈ volle koemelkkaas uit Zuid-Italië, ook vaak in gerookte vorm te koop
(Scamorza affumicata).
Sformato ≈ een Italiaanse soufflé of flan, gemaakt met groente, ei en bechamelsaus.
Spremuta ≈ versgeperst sap.
V
Vialone nano ≈ korte korrelrijst, zeer gewaardeerd als rijst voor risotto, uit de buurt van Verona.
Z
Zuppa Inglese ≈ een pudding van custard met lange vingers gedoopt in likeur, uit Emilia Romagna.