Verhit voor de ragù de olie in een braadpan op hoog vuur. Bestrooi de varkensnek met zout en peper en braad in 6-8 min. rondom aan. Voeg de tomatensaus, tomatenblokjes, tomatenpuree, rozemarijn, het venkelzaad, de knoflook, chilivlokken en ± 500 ml water toe, zodat het vlees net met de saus bedekt is. Voeg nog wat zout en peper toe en draai het vuur laag. Stoof het vlees afgedekt in ± 3 1⁄2 uur gaar. Neem de deksel van de pan en laat de saus in ± 30 min. tot eenderde inkoken. Laat het vlees in de saus enigszins afkoelen. Neem het uit de pan, trek het met twee vorken in kleine stukken en voeg weer toe aan de ingekookte tomatensaus. Voeg zout en peper naar smaak toe.

Smelt voor de bechamelsaus de boter in een steelpan met dikke bodem op matig vuur. Strooi de bloem erover en roer 1 min. Voeg de melk in vier gedeelten toe, onder voortdurend roeren, zodat er geen klontjes in komen. Laat op laag vuur in ± 5 min. binden. Neem van het vuur en breng op smaak met de nootmuskaat, parmezaanse kaas en wat zout en peper.

Verwarm de oven voor op 200°C.

Bestrijk de bodem van de ovenschaal met een paar flinke eetlepels ragù. Leg hierop een laagje lasagnevellen, schep er 250 ml bechamel op en verdeel hierover een laagje ragù. Herhaal deze laagjes en eindig met bechamel. Bestrooi met mozzarella. Zet de ovenschaal op een bakplaat en bak de lasagne ± 40 min. tot hij mooi gegratineerd is en door en door heet. Laat 15 min. rusten voor serveren.