Maak het basisdeeg een dag van tevoren. Doe alle ingrediënten hiervoor in een kom en meng met 200 ml water. Laat het gistbeslag afgedekt met plasticfolie in ± 12 uur op een koele, donkere plek uitrijzen tot in volume is verdubbeld.

Breng het gerezen beslag over in de mengkom van de tafelmixer met deeghaak.

Meng in een kom de bruine suiker, kaneel en resterende 100 g boter.

Neem 1 stuk deeg en draai dit tussen je hand- palm op een licht met bloem bestoven werkvlak tot een soepel balletje. Rol het uit tot een sliert van
30 cm. Rol zo ook de andere 3 stukken deeg tot dikke slierten. Kwast 2 slierten helemaal in met de kaneelboter. Draai 1 sliert zonder boter en 1 sliert mét boter strak om elkaar heen tot een spiraal. Herhaal met de twee andere slierten. Draai de twee dikke spiralen ook weer strak om elkaar heen. Leg het geheel in de broodvorm en laat afgedekt met een vochtige theedoek 1 uur narijzen.

Verwarm de oven voor op 180°C.

Klop het andere ei met de melk los en kwast het brood ermee in. Sprenkel een beetje water in de oven zodat er stoom ontstaat, zo rijst het brood nog wat voor het een korst krijgt. Bak het brood ± 1 uur tot het goudbruin en mooi uitgerezen is, dek het tussentijds af met aluminiumfolie als het te snel donker kleurt. Als het brood gaar is, klinkt hol als je erop klopt. Neem het brood uit de oven en laat het 30 min. afkoelen.

Verwarm intussen de honing in de kleine steelpan en laat het in ± 4 min. iets donkerder kleuren. Til het brood met behulp van het uitstekende bakpapier uit de bakvorm en leg het op een rooster wat je op een bakplaat hebt geplaatst. Schenk de warme honing erover en laat 10 min. intrekken. Trek het bakpapier los. Snijd het brood in dikke plakken en geef er extra boter bij.