Houd 35 g bloem apart en doe de rest in een kom. Roer er 4 el kokendheet water door. Roer er geleidelijk nog 125 ml kokendheet water door zodat je een deeg begint te krijgen. Meng er nog 60 ml koud water en de olie door.

Doe het deeg over in een keukenmachine en bewerk het 5-6 min. met een deeghaak, tot het glad en elastisch is. Voeg als het te kleverig blijft de rest van de bloem toe. Omwikkel het deeg met plasticfolie en laat het 30 min. rusten.

Vermeng in een kom alle ingrediënten voor de vulling en voeg zout en peper toe.

Verdeel het deeg in 4 porties en rol elke tot een worst van ± 3 cm dikte. Snijd hiervan stukjes ter grootte van een golfballetje.

Rol de deegballetjes op een licht met bloem bestoven werkvlak uit tot 2 mm dikte en steek hieruit rondjes van 10 cm. Schep op elk deegrondje een eetlepel vulling, trek de rand naar het midden toe en knijp ze draaiend bijeen, zodat je een dumpling krijgt. Leg de dumplings onder een vochtige theedoek terwijl je de rest maakt.

Bekleed een stoominzet met de koolbladeren. Schik hierin steeds enkele dumplings en stoom ze in 8-10 min. gaar.

Vermeng in een kommetje de rijstazijn met de gember en serveer dit samen met de peperringetjes bij de dumplings.