Meng voor de wafels het bakmeel, bakpoeder, 1 theelepel zout, kaneel en suiker in een kom. Breek de eieren erboven en roer alles tot een dik, klontvrij beslag. Smelt de boter in een steelpan en giet de melk erbij zodra de boter is gesmolten. Verdun het beslag al roerend met het lauwe melkmengsel tot het redelijk vloeibaar is.

Vet het wafelijzer in met een beetje boter (alleen vóór de eerste keer bakken). Vul het wafelijzer met een flinke opscheplepel beslag en bak de wafel in een paar min. goudbruin en gaar boven vuur. Gebruik je een wafelapparaat? Volg dan de gebruiksaanwijzing van het apparaat. Voor grote wafels heb je wel 1½ juslepel per wafel nodig, voor kleintjes ongeveer ¾ juslepel. Roer het beslag telkens even door voor het vullen van het ijzer of apparaat.

Schil voor de salade de sinaasappels zo dik dat het witte vlies meekomt met de schil. Snijd de partjes tussen de binnenste vliesjes weg. Snijd de mango in mooie stukjes en meng met de sinaasappel.

Meng voor de sabayon de oranjebitter, eierdooiers en suiker in een steelpan. Zet de steelpan op laagste vuur en blijf met een garde lucht in het mengsel slaan tot de eierdooiers beginnen te stollen. Dit gaat het best door met de garde een snelle beweging te maken waarmee een 8 wordt geschreven over de hele bodem van de pan. Pas op dat het niet kookt.

Serveer de wafels warm met wat van de sinaasappel-mangosalade en schep er een lekkere dot sabayon op.