Meng in een wijde kom de semolina met de bloem, het melkpoeder, de gist en het bakpoeder. Strooi er 1⁄2 tl zout over. Voeg daarna beetje bij beetje ± 200 ml water toe tot je een mooi deeg kunt vormen. Is je deeg nog te droog voeg dan nog een scheutje water toe. Kneed 10 min. tot een soepel deeg, doe in een kom, laat afgedekt ± 1 uur rijzen.

Was de spinazie en snijbiet grondig en snijd fijn, ook de stelen van de snijbiet.Als je wilde spinazie hebt, snijd dan de harde steeltjes eraf. Kneed er wat zout door en knijp uit.

Snijd de uien in kleine blokjes. Rasp de knoflook. Snijd de koriander en dille fijn. Meng in een grote schaal grondig de spinazie, snijbiet, uien, knoflook, koriander, dille, sumak en citroenrasp en breng lekker stevig op smaak met zout en citroensap, een scheut olijfolie en een gulle scheut granaatappelmelasse.

Verhit de oven voor op 230°C.

Verdeel het deeg in 2 bollen. Bestrooi je werkblad met wat bloem en rol 1 bol dun uit tot een grote cirkel. Verdeel de helft van de vulling erover. Besprenkel met lekker veel granaatappelmelasse. Vouw dicht in een driehoek en maak mooi opstaande randjes. Leg op een bakplaat bekleed met bakpapier. Herhaal met de volgende bal deeg. Bak ze in 10 min. goudbruin en gaar. Snijd de andere citroen in partjes en geef erbij. Knijp erover uit. Besprenkel eventueel nog met wat granaatappelmelasse.