Kook de bulgur volgens de aanwijzingen op de verpakking. Kook de erwten in ruim kokend water met zout in 6-8 min. beetgaar. Snijd intussen de radijsjes van het loof. Was ze en snijd in kwarten. Spreid de bulgur en erwten op een platte schaal en laat afkoelen.

Maal in de keukenmachine het brood tot grof kruim of verkruimel het grof. Boen 1 citroen schoon en rasp de gele schil eraf. Meng het broodkruim, het citroenrasp, de knoflook en zout en peper naar smaak op een plat bord. Klop het ei los in een diep bord. Dep de koteletjes droog met keukenpapier. Haal ze door het ei en druk ze vervolgens rondom goed in het kruim.

Verhit in een koekenpan de olijfolie. Bak de lamskoteletjes in 3 min. per kant goudbruin, krokant en vanbinnen rosé en sappig. Meng intussen in een kom de bulgur, erwten, sjalot, peterselie, radijsjes en evt. grof gesneden radijsloof (zie hieronder) en feta. Halveer de geraspte citroen en knijp de helften boven de kom uit. Voeg de olijfolie toe en breng op smaak met zout en peper.

Serveer de lamskoteletjes met de krokante bulgursalade. Serveer er de laatste citroen in partjes bij om over de lamskoteletjes te sprenkelen.