Rooster voor de anijsboter het venkelzaad in een droge koekenpan al omschuddend tot ze gaan geuren. Doe ze in een vijzel en stamp fijn. Roer de zaadjes samen met de pastis, het sjalotje, ½ tl zeezout (fleur de sel) en 1 tl grof gemalen zwarte peper door de zachte boter. Schep de boter op een stuk plasticfolie en rol strak op als een zuurtje. Bewaar in de koeling.

Maak een court-bouillon voor de kreeft: doe alle groenten, kruiden, specerijen, wijn, zout* met 15 l water in de soeppan en breng aan de kook. Zorg ervoor dat de bouillon flink kookt voordat je de kreeft toevoegt. Kook 2 (flink gekoelde) kreeften per keer telkens in ± 4 min. gaar. Schep ze uit de bouillon met een schuimspaan en laat afkoelen. Verwijder de scharen van de kreeft en hak ze voorzichtig open met de botte kant van een groot koksmes. Haal het vlees uit de scharen en houd apart.

Verwarm de oven voor op 200°C. Verhit een grillpan op hoog vuur. Snijd de gare kreeften met een scherp mes over de lengte doormidden, dwars door de kop en de staart. Verwijder de ingewanden uit de kop. Bestrijk de snijvlakken van de kreeften met wat olie en rooster de kreeftenhelften ± 2 min. op de snijkant in de grillpan. Leg de helften naast elkaar op een bakblik, snijkant naar boven. Vul de holten in de kop met het vlees uit de scharen. Snijd de boter in dunne plakjes en verdeel deze over de kreefthelften. Zet de kreeft nog ± 3 min. in de hete oven tot de boter is gesmolten. Serveer direct.