Doe voor het picideeg de bloem met de olie, 200 ml lauwwarm water en ½ tl zout in de mengkom van een tafelmixer met deeghaak. Kneed in ± 5 min. glad. Doe over in een met bloem bestoven kom, dek af met plasticfolie en laat 1 uur rusten in de koelkast.

Bestuif je werkvlak met wat bloem en verdeel het deeg in vier stukken. Rol elk stuk tot een sliert van 2 cm dik en bestuif met pastabloem. Snijd de slierten om de beurt in plakjes van 2 cm lengte. Rol elk stukje tussen je handpalmen of op het werkvlak tot een dunne sliert van 12-15 cm lang uit, ze moeten echt lekker dun zijn. Leg ze op een licht met pastabloem bestrooide bakplaat en rol ze door nog wat bloem. Maak zo alle pici. Houd ze tot gebruik afgedekt.

Breng een grote pan met licht gezouten water aan de kook. Voeg de pici toe, schep om en kook ze ± 2 min. tot ze gaar zijn en boven komen drijven. Giet de pici af en vang 250 ml van het kookwater op. Spoel de pici kort af onder de koude kraan.

Verhit intussen op matig vuur de olie in een grote koekenpan. Bak hierin de knoflook ± 1 min. tot hij geurig is. Voeg de broccolinisteeltjes toe en bak ze onder regelmatig omscheppen 6-8 min. tot ze zacht zijn. Voeg de pijnboompitten toe en roerbak 2 min. tot ze licht kleuren. Voeg het opgevangen pastawater toe en breng aan de kook. Voeg de pici toe en laat al omscheppend doorwarmen. Schep de pecorino erdoor en voeg naar smaak peper toe. Verdeel over kommen. Strooi er nog wat pecorino en de peterselie over en sprenkel er nog wat olie over.