Verwarm de oven voor op 180 °C.

Halveer de spitskolen. Pel de knoflook en snijd de teentjes in plakjes. Maak in de buitenste kant van de spitskoolhelften met een scherp mes overal inkepingen. Bestrooi de kolen met zout. Steek in elke inkeping een plakje knoflook – wrik soms de inkeping wat groter met het lemmet van het mes. Breek de laurier in stukjes en steek ook her en der in de inkepingen. Ris de tijm en rozemarijn, hak heel fijn en meng met zout en peper door de boter.

Leg de spitskolen op de bolle kant in een braadslee of grote ovenschaal en verdeel in vlokjes tweederde van de boter erover. Snijd de sjalotten in dunne lange reepjes en verdeel rondom de kolen. Besprenkel met de olijfolie. Bestrooi met zout en het gedroogde paddenstoelpoeder en meng het er goed door.

Besprenkel met de wijn en 400 ml water of evt. groente- of kippenbouillon. Gaar de spitskolen tot zacht in ± 2-2½ uur, bedruip geregeld met het vocht. Voeg wat water toe als het te droog wordt. Smelt de rest van de boter en bestrijk de kool de laatste 15 min. met gesmolten boter. Bak ze goudbruin.

Stoom intussen de aardappels in de schil gaar in ± 30 min. Pel ze en stamp fijn. Druk door een fijne zeef, klop de hete melk erdoor en daarna de crème fraîche. Meng tot een smeuïge puree. Breng goed op smaak met peper en zout.

Serveer de puree met de gebraiseerde spitskool en versier met een takje tijm. Geef de paddenstoelenjus uit de braadslee er los bij in een kommetje.