Verwarm de oven voor op 180 °C. Bekleed twee bakplaten met bakpapier. Zeef de bloem, het bakpoeder en zout in een kom en zet opzij. Klop met een standmixer of elektrische mixer de boter en suiker in een kom 5 minuten tot een licht en luchtig geheel. Voeg de eieren een voor een toe, klop goed na elk ei. Voeg de yoghurt, citroenrasp en het amandelextract toe en klop tot alles gemengd is. Voeg het bloemmengsel toe en klop tot net gemengd; het beslag zal dik zijn.

Gebruik een ijsschep met hendel om twaalf porties beslag op de bakplaten te scheppen, 5 cm uit elkaar. Of gebruik een maatschep van ¼ cup (60 ml), maar dan worden de koekjes minder rond. Zet één bakplaat in de oven en bak de koekjes 12 minuten of tot ze net stevig aanvoelen in het midden. De bovenkant blijft bleek, maar de koekjes moeten aan de onderkant licht goudbruin zijn. Haal uit de oven en laat de koekjes 5 minuten afkoelen op de plaat, leg ze dan op een rooster om volledig af te koelen. Herhaal met de andere bakplaat.

Doe ondertussen de glazuuringrediënten in twee verschillende kleine steelpannen op laag vuur en roer tot gesmolten en gemengd. Schenk het witte en zwarte glazuur in twee kleine kommen en laat 10 minuten staan tot het iets is ingedikt; het glazuur moet een dikke gietbare consistentie hebben.

Keer de koekjes om zodat de verhoogde rand aan de onderkant zit. Lepel het witte glazuur over één helft van een cookie, strijk de rand netjes af. Zet op een met bakpapier beklede plaat en herhaal met de resterende cookies. Strijk het zwarte glazuur over de andere helft van de cookies. Laat het glazuur uitharden voor je de cookies serveert.