1. Meng in een mengkom de bloem met 2 g zout en 120 ml water tot een samenhangend deeg. Kneed het deeg in ± 10 min. glad en soepel. Verdeel in 4 gelijke stukken en rol ze tot korte worsten. Bestrijk ze met een beetje olie en leg in een kom. Dek af met een schone, vochtige doek of plasticfolie en laat 2-3 uur rusten.
2. Nadat het deeg heeft gerust, is het heel zacht en rekbaar geworden. Wrijf het werkblad in met wat olie. Rol iedere deegworst voorzichtig uit in de vorm van een ovaal van ± 10x20 cm. Het ziet er een beetje uit als naanbrood. Duw met een eetstokje over de hele lengte van het deeg een inkeping in het deeg zonder het door te snijden – dit zal helpen bij het halveren van de noedel nadat hij is uitgerekt. Laat het deeg 5 min. rusten, terwijl je hetzelfde doet met de andere drie stukken deeg.
3. Neem een uitgerold stuk deeg, houd het aan beide kanten stevig vast en trek het een keer ver uit elkaar. Terwijl het deeg uitrekt, voel je dat het strakker wordt. Dit gebeurt gewoonlijk als het tot schouderbreedte is uitgerekt. Sla op dit punt het deeg tegen het werkblad voordat je het nog een keer uitrekt. Ga door tot je de weerstand voelt in het deeg en scheur het uitgerekte deeg in langs de inkeping die gemaakt is door de deegroller. Je hebt uiteindelijk acht extreem lange noedels.
4. Kook alle acht noedels meteen 1-2 min. in kokend, gezouten water en giet ze af.

You po che mian: biang biang-noedels met hete olie

1. Blancheer intussen de paksoi 1 min. in kokend gezouten water. Verdeel de noedels over twee kommen. Maak in het midden van beide kommen een bergje van knoflook, lente-ui en szechuan chilivlokken.
2. Verhit de olie in een kleine steelpan tot hij begint te roken. Schenk de olie voorzichtig op het bergje smaakmakers in de kommen en kijk naar de minivuurwerkshow die plaatsvindt. Schep alles door elkaar met de sojasaus, rijstazijn en paksoi. Serveer de biang biangnoedels bestrooid met de koriander.