Breng het klapstuk met de bouillontabletten en 1 l water aan de kook. Kook het vlees in 1½ uur zachtjes gaar.

Schil intussen de aardappels en pastinaken en snijd ze in stukjes. Neem het vlees uit de pan. Doe de aardappels met de pastinaak en takjes tijm in de bouillon. Leg het vlees erop en kook de aardappel en de pastinaak gaar in 15-20 min.

Schil intussen de appels, haal de klokhuizen eruit en snijd de appel in blokjes. Breng de appel met de suiker en 150 ml water in een pan aan de kook. Schil de gemberwortel en rasp boven de appel. Kook de appel met de gember in 10 min. zachtjes tot een grove compote.

Neem het vlees uit de pan en laat goed uitlekken. Verhit de boter in een koekenpan. Bak het vlees in 5 min. rondom bruin en krokant.

Giet intussen de aardappel en de pastinaak af en vang het kookvocht op. Stamp ze met de kokosmelk tot een smeuïge stamp- pot. Breng op smaak met peper.

Neem het klapstuk uit de pan. Schenk 125 ml van het opgevangen kookvocht in de pan en laat tot jusdikte inkoken. Snijd het klapstuk in plakjes. Schep de stamppot op de borden. Verdeel het klapstuk met de jus erover en serveer met de appel-gembercompote.