Doe het gehakt, de garnalen, Chinese rijstwijn, sojasaus, suiker, peper en olie in een middelgrote kom. Kneed met je handen tot een plakkerig mengsel, zodat er geen luchtbellen achterblijven en de vulling goed bij elkaar blijft tijdens het koken. Leg een wontonvelletje op een schoon werkoppervlak. Schep 11/2 tl van het gehaktmengsel in het midden. Bestrijk de randen lichtjes met water. Vouw het wontonvelletje dubbel in een driehoek en knijp de randen goed samen om luchtbellen te verwijderen. Vouw de twee uiteinden van de langste zijde naar elkaar toe en knijp ze samen. Leg de wontons op bakpapier. Herhaal dit met de overige velletjes en vulling tot je er 40 hebt.

Breng de bouillon, gember en knoflook in een grote pan aan de kook. Laat ± 10 min. zachtjes pruttelen, roer af en toe. Haal van het vuur, voeg de paksoi toe en laat ± 5 min. trekken tot de paksoi slinkt.

Breng ondertussen een grote pan water aan de kook. Voeg de mie toe en kook ± 4 min. tot net gaar. Schep de mie met een tang over naar vier diepe soepkommen, bewaar het kookwater.

Breng het water weer aan de kook. Voeg de helft van de wontons toe en kook ± 4 min. tot ze boven komen drijven en de vulling gaar is. Schep ze met een holle schuimspaan over naar de soepkommen. Herhaal dit met de overige wontons. Schep de paksoi met een tang uit de bouillon en verdeel over de soepkommen. Schenk de bouillon erover.