Verwarm de oven voor op 160°C.

Smelt voor de mudcake de 450 g witte chocolade met de boter in een hittebestendige kom boven een pan met zachtjes kokend water – zorg dat de bodem van de kom het water niet raakt. Roer het mengsel glad. Neem van de pan af en laat 10 min. afkoelen, het geeft niet als het mengsel schift.

Doe de zure room, bakmeel, bloem, het gemberpoeder, de eieren en kristalsuiker in een grote kom. Voeg het afgekoelde chocolademengsel toe en klop tot een glad beslag. Schenk het in de bakvorm en bak de mudcake ± 1 uur tot hij langs de rand stevig aanvoelt, maar in het midden nog wiebelig is.

Dek losjes af met aluminiumfolie en bak nog ± 1 uur en 20 min. tot een in het midden gestoken houten prikker er schoon maar met wat kruimels vochtige cake uitkomt. Laat eerst ± 30 min. rusten in de bakvorm, stort dan op een rooster en laat afkoelen.

Doe voor het glazuur de suiker met 2½ el water in een kleine steelpan met dikke bodem. Verwarm onder af en toe omschudden 3–4 min. op matig vuur tot de suiker vloeibaar wordt en goudgeel karamelliseert. Voeg 3 el warm water toe – de karamel schift misschien, maar dat komt later goed – en breng weer aan de kook. Klop geleidelijk de slagroom erdoor en breng weer aan de kook. Doe de 200 g chocoladestukjes in een hittebestendige kom en schenk de hete karamel erover. Laat 2–3 min. rusten en roer tot een glad mengsel. Laat het glazuur iets afkoelen en schenk het over de mudcake zodat het langs de rand omlaag druipt. Bestrooi met wat zeezoutvlokken.